Veiligheids- en bedienings-voorschriften
Bediening
Werkinstructie
De machine wordt gestart door de mof aan de
slangverbinding in de richting naar de voorkant van
de machine te verschuiven.
Onderhoud
Bescherming tegen roest en reiniging
van het inwendige van de machine
Water in de perslucht, stof en afgesleten deeltjes
veroorzaken roest en het vastkleven van schoepen,
kleppen enz. Dit kan worden opgelost door met olie
door te spoelen (enkele druppeltjes), het gereedschap
gedurende 5 -- 10 seconden te laten lopen en de olie
met een doek af te nemen. Doe dit als
voorzorgsmaatregel vóór langere perioden dat de
machine niet wordt gebruikt.
Revisie en smering
Als de machine bestemd is voor zwaar gebruik moet
ze na 4 maanden werking worden gedemonteerd,
gereviseerd en schoongemaakt. Als ze niet goed
werkt, dient ze voor inspectie uit dienst te worden
genomen.
Bij revisie dienen de gedemonteerde onderdelen
gecontroleerd te worden aan de hand van de
reserveonderdelenlijst. Schuivende delen dienen vóór
de montage gesmeerd te worden.
Gebruik smeermiddelen van goede kwaliteit. De
oliën en vetten voor luchtmotoren die vermeld zijn
in de tabel zijn voorbeelden van aanbevolen
smeermiddelen.
Smeergids
Merk
Vet
BP
Energrease LS-EP2
Esso
Beacon EP2
Q8
Rembrandt EP2
Mobil
Mobilegrease XHP 222
Shell
Alvania EP2
Texaco
Multifak EP2
Molycote
BR2 Plus
Nuttige informatie
C Meld u aan op Atlas Copco
www.atlascopco.com
Informatie over onze producten, accessoires,
reserveonderdelen en publicaties vindt u op onze
website.
26
NL
Luchtsmeeren
Energol E46
Arox EP46
Chopin 46
Almo Oil 525
Torvcula 32
Aries 32
© Atlas Copco Industrial Technique AB - 9836 0662 02
Ergonomische richtlijnen
) Neem van tijd tot tijd een andere houding aan en
1
pauzeer regelmatig.
) Pas uw werkplek aan op uw behoeften en op het
2
project waaraan u werkt.
• Voorkom statische bewegingen. Zorg dat al uw
benodigdheden goed bereikbaar zijn en bepaal
de juiste positie voor onderdelen en
gereedschappen.
• Gebruik op uw werkplek tafels en stoelen die
geschikt zijn voor het project waar u aan werkt.
) Werk niet boven schouderniveau en werk niet
3
constant in dezelfde houding.
• Als u toch boven het schouderniveau werkt,
kunt u overbelasting van uw spieren voorkomen
door het gewicht van het gereedschap te
ondersteunen met bijvoorbeeld koppelsteunen,
slanghaspels of stabilisatoren. U kunt
overbelasting van uw spieren voorkomen door
het gereedschap dicht bij het lichaam vast te
houden.
• Pauzeer regelmatig.
• Draai uw armen of polsen niet in een extreme
houding, met name wanneer u werkzaamheden
uitvoert die enige kracht vergen.
) Beperkt de beweging van uw ogen en hoofd
4
tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden door
een goed gezichtsveld te creëren.
) Zorg voor goed licht tijdens het uitvoeren van de
5
werkzaamheden.
) Selecteer het juiste gereedschap voor de
6
werkzaamheden.
) Gebruik oorbeschermers als u in een omgeving
7
met veel lawaai werkt.
) Beperk blootstelling aan buitensporige trilling
8
door gereedschappen en verbruiksartikelen van
een goede kwaliteit te gebruiken.
) Minimaliseer de blootstelling aan reactiekracht.
9
• Tijdens het snijden:
Een snijwiel kan vastlopen als het verbogen is
of niet goed wordt geleid. Gebruik de juiste
flenzen voor snijwielen en zorg dat het wiel
niet verbuigt tijdens het snijden
• Tijdens het boren:
De boor kan stoppen als de boorkop breekt.
Gebruik steunhandvaten als het koppel voor
het stoppen van de motor te hoog is. De
veiligheidsnorm ISO11148 deel 3 beveelt aan
een reactiekoppel boven 10 Nm te absorberen
voor gereedschappen met een pistoolhandgreep
en boven 4 Nm voor gereedschappen met rechte
handgrepen.
P2505