• Klem het werkstuk vast.
• Gebruik spanelementen of een
bankschroef om het werkstuk vast te
klemmen; dit is veiliger dan klemmen
met de hand, bovendien heb je dan
beide handen vrij om te werken.
• Berg het apparaat veilig op.
• Wanneer het apparaat niet in gebruik
is, moet dit in een droge, afgesloten
ruimte bewaard worden, buiten het
bereik van kinderen.
• Bewaar het apparaat niet op plaatsen
waar de temperatuur boven de 50 ºC
kan uitkomen.
2.4 Veiligheid van apparaten
• Voer telkens vóór het gebruik een visuele
controle op dit apparaat uit.
• Controleer vóór en na gebruik altijd
of het apparaat goed functioneert en
of er geen delen defect zijn. Raad-
pleeg in geval van twijfel een erkend
servicebedrijf.
• Alle accessoires dienen correct
gemonteerd te zijn om het goed
functioneren van het apparaat te
waarborgen. Laat beschadigde
accessoires vervangen of repareren
door een erkend servicebedrijf.
• Gebruik de accessoires niet als deze
in slechte staat verkeren. Laat het
apparaat, indien nodig, alleen door
een deskundige herstellen op een
erkend serviceadres. Repareer of
open nooit het apparaat zelf.
• Het apparaat niet gebruiken als
de veiligheidsvoorzieningen zijn
beschadigd, versleten, ontbreken of
verkeerd geplaatst zijn.
• Gebruik het apparaat nooit als de
aan/uit-schakelaar niet goed functi-
oneert.
• Gebruik het apparaat nooit wanneer
het snoer beschadigd is.
• Na ieder gebruik moet je het appa-
raat schoonmaken en onderhoud
plegen op de accessoires.
NL - Originele gebruiksaanwijzing
• Vermijd ongewenste bediening of het per
ongeluk inschakelen van het apparaat.
• Het apparaat niet gebruiken als de
aan- uitschakelaar niet functioneert.
• Draag een op het lichtnet aangesloten
apparaat nooit met de vinger aan de
schakelaar.
• Zet bij stroomuitval het apparaat in
de UIT-stand en trek de stekker uit de
wandcontactdoos. Hiermee voorkom
je dat het apparaat bij stroom herstel
zonder toezicht opnieuw inschakelt.
• Gebruik nooit de stekker voor het in-
en uitschakelen van het apparaat.
• Controleer of het apparaat is uit-
geschakeld, voordat je deze op de
stroomvoorziening aansluit, vastpakt
of draagt.
• Onderhoud het apparaat zorgvuldig.
• Houd het apparaat schoon om beter
en veiliger te kunnen werken.
• Voorkom schade die kan ontstaan
door brandbare materialen in jouw
werkstuk.
• Volg de onderhoudsvoorschriften
op, evenals de adviezen omtrent het
verwisselen van de accessoires.
• Controleer regelmatig het (verleng)
snoer en de stekker, en laat deze
bij beschadiging door een erkende
vakman vervangen.
• Houd de handgreep droog en vrij van
olie en vet. Glibberige handgrepen
kunnen leiden tot ongelukken.
• Houd rekening met omgevingsinvloeden.
• Stel het apparaat niet bloot aan regen.
• Gebruik het apparaat niet in een
vochtige of natte omgeving.
• Gebruik het apparaat niet in de buurt
van brandbare materialen, vloeistof-
fen of gassen.
• Overbelast het apparaat niet.
• Het apparaat werkt beter en veiliger
binnen het aangegeven bereik.
• Dek het apparaat nooit af en houd de
luchtroosters vrij.
12