N E D E R L A N D S
Veiligheidsinstructies
Neem bij het gebruik van stationaire elektrische machines altijd de
plaatselijk geldende veiligheidsvoorschriften in acht in verband
met brandgevaar, gevaar voor elektrische schokken en lichamelijk
letsel.
Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u met de
machine gaat werken.
Bewaar deze instructies zorgvuldig!
Algemeen
1 Zorg voor een opgeruimde werkomgeving
Een rommelige werkomgeving kan tot ongelukken leiden.
2 Houd rekening met omgevingsinvloeden
Stel de machine niet bloot aan regen. Gebruik de machine niet in
een vochtige of natte omgeving. Zorg dat de werkomgeving goed is
verlicht (250 - 300 Lux). Gebruik de machine niet op plaatsen waar
brand- of explosiegevaar bestaat, b.v. in de buurt van brandbare
vloeistoffen of gassen.
3 Houd kinderen uit de buurt
Houd kinderen, bezoekers en dieren buiten het werkgebied en laat
ze de machine of de elektriciteitskabel niet aanraken.
4 Draag geschikte werkkleding
Draag geen wijde kleding of loshangende sieraden. Deze kunnen
door de bewegende delen worden gegrepen. Houd lang haar bijeen.
Draag bij het werken buitenshuis bij voorkeur geschikte
werkhandschoenen en schoenen met profi elzolen.
5 Persoonlijke bescherming
Draag altijd een veiligheidsbril. Draag een gezichts- of stofmasker bij
werkzaamheden waarbij stofdeeltjes of spanen vrijkomen.
Draag eveneens een hittebestendig schort indien de vrijkomende
spanen aanzienlijk heet kunnen zijn. Draag altijd
gehoorbescherming. Draag altijd een veiligheidshelm.
6 Bescherming tegen elektrische schok
Vermijd lichamelijk contact met geaarde voorwerpen (bijv. buizen,
radiatoren, fornuizen en koelkasten). Bij gebruik onder extreme
werkomstandigheden (bijv. hoge vochtigheid, ontwikkeling van
metaalstof, enz.) kan de elektrische veiligheid door een
scheidingstransformator of een aardlek-(FI)-schakelaar voor te
schakelen, verhoogd worden.
7 Zorg voor een veilige houding
Zorg altijd voor een juiste, stabiele houding.
8 Blijf voortdurend opletten
Houd uw aandacht bij uw werk. Ga met verstand te werk.
Gebruik de machine niet als u niet geconcentreerd bent.
9 Klem het werkstuk goed vast
Gebruik klemmen of een bankschroef om het werkstuk te fi xeren.
Dit is veiliger, bovendien kan de machine dan met beide handen
worden bediend.
10 Sluit de uitrusting van de stofafvoer aan
Indien hulpmiddelen zijn meegeleverd voor de aansluiting van
stofafvoer en voorzieningen voor stofopvang, zorg dan dat deze zijn
aangesloten en naar behoren worden gebruikt.
11 Verwijder sleutels of hulpgereedschappen
Controleer vóór het inschakelen altijd of sleutels en andere
hulpgereedschappen zijn verwijderd.
12 Verlengsnoeren
Inspecteer voor gebruik het verlengsnoer. Vervang het snoer indien
het beschadigd is. Maak bij gebruik buitenshuis uitsluitend gebruik
van verlengsnoeren die geschikt zijn voor gebruik buitenshuis en als
zodanig zijn gemerkt.
13 Gebruik de juiste machine
Het gebruik volgens bestemming is beschreven in deze handleiding.
Gebruik geen lichte machine of hulpstukken voor het werk van zware
machines. De machine werkt beter en veiliger indien u deze gebruikt
voor het beoogde doel. Overbelast de machine niet.
68
Waarschuwing! Gebruik ter voorkoming van lichamelijk letsel
uitsluitend de in deze gebruiksaanwijzing aanbevolen accessoires en
hulpstukken. Gebruik de machine uitsluitend volgens bestemming.
14 Controleer de machine op beschadigingen
Controleer de machine voor gebruik op schade. Controleer of alle
bewegende delen correct gemonteerd zijn, of er geen onderdelen
gebroken zijn, of er geen beschermkappen en schakelaars
beschadigd zijn en of er andere gebreken zijn die invloed op de
werking van de machine zouden kunnen hebben. Vergewis u er van
dat de machine correct werkt. Gebruik de machine niet als enig
onderdeel defect is. Gebruik de machine niet als de aan/uit-
schakelaar niet werkt. Defecte of beschadigde onderdelen dienen
door een erkend D
WALT servicecentrum te worden vervangen.
E
Probeer nooit om de machine zelf te repareren.
15 Stekker uit stopcontact verwijderen
Schakel de machine uit en wacht totdat de machine volledig tot
stilstand is gekomen voordat u deze achterlaat. Verwijder de stekker
uit het stopcontact als u de machine niet gebruikt, voordat u
gereedschappen, accessoires of onderdelen van de machine
verwisselt en voordat u onderhoud aan de machine uitvoert.
16 Voorkom onbedoeld inschakelen
Wees ervan verzekerd dat de machine is uitgeschakeld voordat u de
stekker in het stopcontact steekt.
17 Misbruik het snoer niet
Trek niet aan het snoer om de stekker uit het stopcontact te
verwijderen. Houd het snoer uit de buurt van warmtebronnen, olie en
scherpe randen.
18 Berg de machine veilig op
Indien niet in gebruik, dienen machines te worden opgeborgen in een
droge, afsluitbare plaats, buiten bereik van kinderen.
19 Onderhoud de machine met zorg
Houd de machine schoon om beter en veiliger te kunnen werken.
Houdt u aan de instructies met betrekking tot het onderhoud en het
vervangen van accessoires. Houd de handgrepen en schakelaars
droog en vrij van olie en vet.
20 Reparaties
Deze machine voldoet aan alle geldende veiligheidsvoorschriften.
Wendt u voor reparaties tot een erkend D
Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door bevoegde
vakmensen en met behulp van originele reserveonderdelen; anders
kan er een aanzienlijk gevaar voor de gebruiker ontstaan.
Aanvullende veiligheidsvoorschriften voor verstekzagen
• Zorg er voor dat alle knoppen en hendels goed vastgedraaid zijn.
• Gebruik de machine niet als de beschermkap niet op zijn plaats zit,
of als de beschermkap niet functioneert of niet goed onderhouden is.
• Gebruik de zaag nooit zonder de sleufplaat.
• Houd handen uit de buurt van het zaagblad wanneer de machine is
aangesloten op de elektrische voeding.
• Probeer nooit om een draaiende machine te stoppen door het
zaagblad te blokkeren; op deze manier kunnen de ernstigste
ongelukken gebeuren.
• Lees altijd eerst de handleiding voordat u een accessoire gebruikt.
Onjuist gebruik van een accessoire kan schade veroorzaken.
• Selecteer het juiste zaagblad voor het te zagen materiaal.
• Neem de op het zaagblad aangeduide maximum snelheid in acht.
• Gebruik een houder of draag handschoenen bij het hanteren van
zaagbladen.
• Zorg ervoor dat voor gebruik het zaagblad correct is gemonteerd.
• Let erop dat het zaagblad in de juiste richting draait. Houd de
zaagbladen scherp.
• Gebruik geen zaagblad met een grotere of kleinere diameter dan is
voorgeschreven. Gebruik geen asringen om het zaagblad passend
op de spindel te maken. Voor de juiste specifi caties van het
zaagblad, zie technische gegevens. Gebruik alleen de bladen die in
deze handleiding worden gespecifi ceerd en voldoen aan EN 847-1.
WALT Service-center
E