Gepast gebruik
De impulssproeier is bedoeld voor het besproeien van ruimtes met helder
water. Het is niet geschikt voor de toepassing van pesticiden of meststoffen.
Installatie en inbedrijfstelling
Plaats de pulssproeier op de gewenste locatie en sluit deze middels een
slang en de wateraansluiting (5) aan op een waterbron met voldoende druk,
zoals het waterleidingnet.
Regel het zwenkbereik van de sproeier met de aanslagen (4). Als u de
sproeier in een volledige cirkel wilt laten draaien, klapt u de aanslag (3) naar
boven.
Regel de worp en straalvorm met de deflectorplaat (1) en de
straalverstoringsschroef (2). De worp is ook afhankelijk van de beschikbare
waterdruk.
Schakel de watertoevoer in en stel indien nodig de worp bij.
Opslag en reiniging
Bewaar de pulssproeier op een droge, vorstvrije plaats. Bevriezend restwater
kan het apparaat vernielen.
Gebruik geen agressieve chemicaliën of schuurmiddelen om het apparaat
schoon te maken om de oppervlakken niet te beschadigen.
Technische specificaties
Irrigatiediameter:
Beregeningsoppervlak:
Draaihoek:
Werkdruk:
Wateraansluiting:
Gebruik
ca. 20 m)
2
ca. 315 m
30 - 270 °
2 - 8 bar
½ "connector
7