1. VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
1. VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Vooraleer uw apparaat te gebruiken moet u deze veiligheidsvoorschriften aandachtig lezen en
deze bewaren als referentiemateriaal voor de toekomst. Als u dit apparaat aan derden meegeeft,
voeg er dan ook deze veiligheidsvoorschriften bij.
Gebruik dit apparaat zoals beschreven in deze handleiding. De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor elke slechte hantering en elk ander gebruik dan voorzien in deze handleiding.
Niet-naleving van deze veiligheids- en gebruiksvoorschriften kan een risico van elektrische schok,
brand en/of kwetsuren veroorzaken.
Dit apparaat is uitsluitend voorzien voor binnengebruik. Gebruik het niet in een commerciële
omgeving.
Gebruik geen accessoires die niet zijn aanbevolen door de fabrikant! Deze kunnen het apparaat
beschadigen en/of kwetsuren veroorzaken.
VERSTIKKINGSGEVAAR! Houd het verpakkingsmateriaal buiten bereik van kinderen.
Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen (inclusief kinderen) met beperkte fysische,
zintuiglijke of mentale vermogens of door personen met gebrek aan ervaring of kennis, behalve
als ze dankzij een voor de veiligheid verantwoordelijke persoon kunnen genieten van toezicht of
voorafgaande instructies betreffende het gebruik van dit apparaat.
Houd kinderen in het oog om zeker te zijn dat ze niet spelen met het apparaat.
Gebruik het apparaat niet in een omgeving waarin zich ontploffingen kunnen voordien, in
aanwezigheid van ontvlambare vloeistoffen, gassen en stofontwikkeling.
Gebruik het apparaat niet in de buurt van naakte vlammen en vonken.
Neem elke ontstekingsbron weg bij het gebruik van het apparaat.
Houd het apparaat droog. Dompel het niet onder in water en evenmin in enige andere vloeistof.
Stel dit apparaat niet bloot aan druip- of spatwater.
Gebruik het apparaat niet op plaatsen die zijn blootgesteld aan vochtigheid, aan weer en wind en
op vochtige plaatsen.
Geen enkel met vloeistof gevuld voorwerp zoals vazen mag op het apparaat worden geplaatst.
Dek dit apparaat niet af met voorwerpen zoals kranten, dweilen, gordijnen enz.
Stel het apparaat niet rechtstreeks bloot aan zonnestralen en aan grote warmte.
Als de kabels en/of het apparaat beschadigd zijn, gebruik het apparaat dan niet en zend het terug
naar de fabrikant of naar de naverkoopdienst voor herstelling of vervanging.
Pas de kabels niet zelf aan en beschadig ze niet. Als de kabels niet overeenkomen met uw
aansluitingen, doe dan een beroep op een bekwame technicus zodat hij aanpassingen kan
uitvoeren.
Voor elke loskoppeling het volgende nagaan:
Of het apparaat en zijn elementen niet beschadigd zijn. In dit geval het apparaat niet
gebruiken en het terugbrengen naar uw dealer voor inspectie en eventuele herstelling.
Of de spanning aangegeven op het identificatieplaatje van het apparaat wel overeenkomt
met deze van uw voertuig. .
Demonteer het apparaat niet zelf. Elke demontage, herstelling, inspectie mag alleen door een
ervaren persoon worden uitgevoerd.
De autoradio mag alleen worden gebruikt met voertuigen uitgerust met een systeem met een
27