4 Opbouw van het apparaat
Pendelbeveiliging OPEN/DICHT
12
1
1
Bedieningstoets laserstraal
Schakelt de laserstraal in en in de
desbetreffende volgorde aan/uit:
Pendelbeveiliging ontgrendeld:
De pendelbeveiliging ontgrendelen: het
instrument inschakelen, laserstraal horizontaal
1x indrukken: 1. Laserstraal verticaal (V1)
2x indrukken: 2. Laserstraal verticaal (V1/V2)
1
3x indrukken: 3. Laserstraal horizontaal
Om het apparaat uit te schakelen eerst de
pendelbeveiliging vergrendelen.
Pendelbeveiliging vergrendeld:
1x lang indrukken: het instrument inschakelen,
2x indrukken: 1. Laserstraal verticaal (V1)
1
3x indrukken: 2. Laserstraal verticaal (V1/V2)
4x indrukken: 3. Laserstraal horizontaal en
5x indrukken: Apparaat uitschakelen
PULS-toets
De toets ca. 3 sec. ingedrukt houden om de
1
laserstraal, voor de verwerking van een
ontvanger, in de PUIS-modus te schakelen.
G
EBRUIKSAANWIJZING
Stand 1
De pendelbeveiliging is vergrendeld.
Het automatisch waterpas zetten is
uitgeschakeld.
Stand 2
De pendelbeveiliging is ontgrendeld.
Het automatisch waterpas zetten is
ingeschakeld.
en verticaal (360°/V1/V2)
Laserstraal horizontaal
verticaal (360°/V1/V2)
X-Liner 360 2 green
1
1
NL
25