De beschikbare controllers zijn de volgende:
-
Rack controller 81-AG: 969-8988
-
Rack controller 81-AG RS232/485: 969-8989
-
Rack controller 81-AG Profibus: 969-8990
-
PCB 24 V: 969-9538
-
Navigator Controller 81AG 24 Vdc: 969-8995
-
Navigator Controller 81AG 100-240 Vac: 969-8996
De Turbo-V 81-M kan in alle standen worden geïnstalleerd.
Bevestig de Turbo-V 81-M in een stabiele positie en verbind de
inlaatflens van de turbopomp met een vaste contraflens die een
koppel van 250 Nm rondom de eigen as kan verdragen. De
flens ISO 63 kan bijvoorbeeld worden bevestigd met stalen
klemmetjes met grote weerstand (zoals model Varian IC 63250
DCMZ).
De volgende tabel geeft het benodigde aantal klemmetjes en
het juiste aandraaimoment.
FLENS
KLEMTYPE
ISO 63
Dubbele klem met
M10 schroefdraad
De turbompomp met ConFlat inlaatflens moet aan de
vacuümpomp worden bevestigd met behulp van de speciale
mechanische bevestigingselementen van Varian. Zie voor meer
informatie de bijlage "Technical information".
OPMERKING
De Turbo-V 81-M kan niet met behulp van zijn eigen basis
worden bevestigd.
!
ATTENTIE!
De Turbo-V 81-M behoort tot de tweede installatiecategorie (of
overspanningscategorie) die door de norm EN 61010-1 is
voorzien. Sluit deze inrichting dus aan op een voedingslijn die
aan deze categorie voldoet.
Zie "Technical Information" voor installatie van accessoires die
als optie verkrijgbaar zijn.
GEBRUIK
Alle instructies voor de correcte werking van de turbopomp staan
in de handleiding van de controle-eenheid. Lees de handleiding
aandachtig alvorens de pomp in gebruik te nemen.
Om een betere limietdruk te bereiken kan het systeem verwarmd
worden.
Tijdens de eventuele verwarming van de vacuümkamer mag de
temperatuur op de inlaatflens niet meer bedragen dan 120 °C
met ConFlat flens en niet meer dan 80 °C met ISO flens.
Koel tijdens de verwarming altijd met water.
GEVAAR!
Laat de pomp nooit draaien als de inlaatflens niet op de
vacuümkamer is aangesloten of als de afsluitflens niet gesloten is.
Raak de turbopomp en eventuele accessoires niet tijdens het
verwarmen aan. De hoge temperatuur kan lichamelijk letsel
veroorzaken.
!
ATTENTIE!
Vermijd schokken, trillingen of bruuske verplaatsingen van de
turbopomp wanneer deze in werking is. De lagers kunnen an-
ders beschadigd raken.
Gebruik voor de luchttoevoer naar de pomp lucht of inert gas
zonder stof of vaste deeltjes. De inlaatdruk via de hiervoor
bestemde
poort
moet
minder
atmosferische druk) bedragen.
Deze pompen zijn voor het pompen van agressieve gassen van
een speciale poort voorzien, waardoor de pomp een stroom
inert gas (Stikstof of helium) ter bescherming van de lagers
krijgt geleverd (zie bijlage "Technical Information").
NR. AANHAAL KOPPEL
4
22 Nm
dan
2
bar
(boven
de
18/63
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
GEVAAR!
Wanneer de pomp wordt gebruikt voor het pompen van
brandbare,
giftige
of
radioactieve
procedures worden gevolgd die speciaal voor elk type gas zijn
opgesteld. Gebruik de pomp niet in aanwezigheid van
explosieve gassen.
ONDERHOUD
De pompen van de serie Turbo-V 81-M zijn onderhoudsvrij.
Eventuele werkzaamheden moeten door bevoegd personeel
worden uitgevoerd.
GEVAAR!
Alvorens werkzaamheden aan het systeem uit te voeren, de
stekker verwijderen, de pomp met behulp van de hiervoor
bestemde klep ontluchten en wachten totdat de rotor volledig
stil staat en de oppervlaktetemperatuur van de pomp onder een
temperatuur van 50 °C is gezakt.
In geval van storing is het mogelijk om de reparatiedienst van
Varian of de "Varian advanced exchange service" in te
schakelen: zo krijgt men een ruilpomp ter vervanging van de
defecte pomp.
OPMERKING
Alvorens de pomp ter reparatie of ruil naar de fabrikant op te
sturen, moet de bij deze handleiding gevoegde kaart "Veiligheid
en Gezondheid" volledig ingevuld naar het plaatselijke
verkoopkantoor worden gestuurd. Een kopie van deze kaart
moet vóór versturing bij de pomp in de verpakking worden
gevoegd.
Mocht het systeem gesloopt worden, ga dan overeenkomstig
de specifieke nationale wetgeving te werk.
AFVALVERWERKING
Betekenis van het logo "WEEE" op de etiketten.
Het
onderstaande
symbool
overeenstemming met de EG-richtlijn "WEEE".
Dit symbool (alleen geldig voor de landen van de Europese
Gemeenschap) geeft aan dat het product waarop het is
aangebracht, NIET mag worden afgevoerd samen met
mormaal huisvuil of industrieel afval, maar gescheiden moet
worden ingezameld.
De eindgebruiker wordt dus verzocht contact op te nemen met
de leverancier van het apparaat, zij het de fabrikant of een
wederverkoper, om het proces van gescheiden inzameling en
verwerking in gang te zetten, na de van toepassing zijnde
termen en voorwaarden van het verkoopcontract te hebben
gecontroleerd.
gassen,
moeten
de
wordt
aangebracht
in
87-900-983-01(D)