Veiligheids- en bedienings-voorschriften
Veiligheidsvoorschriften
Belangrijk informatie voor veiliger boren
en tappen
Deze handleiding volgt de EG-Richtlijn voor
machines (98/37/EEG) m.b.t. instructies voor
bedieners en de desbetreffende delen van normen uit
CEN TC 255 "Niet-elektrisch aangedreven gereed-
schappen –Veiligheid".
Deze instructies betreffen de bediening, de
behandeling van de machine, het inzetgereedschap
en de uitrusting alsook het onderhoud.
Deze aanbevelingen hebben hun waarde bewezen.
Ze niet in acht nemen, kan ernstige gevaren met zich
meebrengen.
Zorg ervoor dat de bediener de volgende
aanbevelingen volledig heeft begrepen en ze
ongehinderd kan raadplegen.
T schenk bijzondere aandacht aan de volgende
maatregelen die de bediener in acht moet
nemen om risico's van verkeerd gebruik of
ongeval te vermijden
Installatie
Volg voor de behandeling van de lucht de
aanwijzingen uit de schriftelijke instructies die met
de machine worden meegeleverd.
Gebruik alleen de aanbevolen smeermiddelen
wanneer smering is aanbevolen.
Controleer de slangafmeting en de luchtdruk.
Vermijd het risico dat de slang gaat rondslingeren
– controleer geregeld de staat van de slang, de
slangkoppeling en de staat van de klem.
Controleer of de uitlaatlucht zo gericht is dat er
geen stof of lucht vanaf het werkstuk op de bediener
of op andere personen kan worden geblazen. Breng
indien mogelijk schermen aan.
Monteer een slang op de uitlaat en zuig het stof
af indien nodig.
A
Pneumatisch aangedreven gereedschappen
zijn over het algemeen niet geïsoleerd tegen
kontakt met elektrische voedingsbronnen.
Zorg ervoor geen explosieve gassen te
ontsteken – gebruik andere niet-vonkende
procédés om lichamelijk letsel en materiële
schade door brand te voorkomen.
Kies inzetgereedschappen aangepast aan de
toepassing, het vermogen en de snelheid van uw
machine.
Gebruik scherpe boren om te vermijden dat ze
afbreken of in de boring vast lopen.
Als de machine is opgehangen aan een balancer,
controleer dan regelmatig de staat van de
ophangbeugel.
26
Vermijd ongevallen bij gebruik van de
machine
Draag altijd een slagvaste veiligheidbril om de egen
te bescheren.
Scheid de werkplekken door tussen de
werkstations schermen aan te brengen.
Alvorens het gereedschap te gebruiken, controleer
of de veiligheidsgrendel van de inlaatklep (indien
aanwezig) goed werkt en of het gereedschap stopt
bij het loslaten van de trekker.
Verwijder de boorkopsleutels en moersleutels
onmiddellijk na gebruik.
Om verwondingen door het aanraken van
inzetgereedschap te vermijden, de machine van de
luchttoevoer loskoppelen bij het demonteren van het
gereedschap of het uitvoeren van een
instelbewerking.
Pas op voor uw handen, haar, kleding en juwelen
– blijf altijd zo ver mogelijk verwijderd van
draaiende delen en scherpe kanten.
Wijs niet naar andere personen – boor in uw
werkstuk ... niet in mensen.
Gebruik een klem of een bankschroef om het
werkstuk gedurende de bewerking vast te houden.
Boor voor met een iets grotere diameter dan de
kerndiameter van de laatste boor om de
verspaningssnelheid te vergroten en de reactiekracht
te minimaliseren op het moment dat de boor door
het werkstuk heen gaat.
Sta altijd stevig en in evenwicht op uw voeten –
wees altijd op uw hoede voor een onverwachte
reactie of het breken van het gemonteerde
gereedschap.
Gebruik een zijhandgreep om de statische
reactiekracht en plotselinge reacties op te nemen op
het moment dat de boor door het werkstuk heen gaat,
in het bijzonder bij het boren van gaten van meer
dan 6,5 mm in metaal.
Voor boren met zware voeding altijd de
zijhandgreep of de reactiestang tegen een vast punt
houden. Het door de spindel uitgeoefende koppel is
hoog en kan een arm of been breken wanneer de
spindel in het gat wordt getrokken of plots klem komt
te zitten.
Ga bij het boren in onbekende zones en wanden
uiterst voorzichtig te werk. Let op voor verborgen
gas-, water- en elektrische leidingen.
Laat onmiddellijk de trekker los als de
energietoevoer wordt onderbroken.
Leg een machine die niet wordt gebruikt aan de
kant zodat het risico op toevallig starten of dat andere
mensen verwond raken door het gemonteerde
gereedschap tot een minimum wordt teruggebracht.
© Atlas Copco Tools - 9836 4060 00
D2148-RQ