5.
Bediening
5.4 Weging
Plaats het gewicht zo centraal mogelijk op de weegschaal. Het display geeft de gewichtswaarde weer.
5.5 Uitschakelen / Veilig uitschakelen
Druk op de OFF-knop om de weegschaal uit te schakelen.
Om stroom te besparen heeft de weegschaal een automatische uitschakelfunctie met instelbare
uitschakeltijd.
5.6 Instellen van de uitschakeltijd
Druk op de MODE-toets tot op het display „OFF-x" (x-0, 1, 3, 5, 10, 30) verschijnt. Druk nogmaals op de
MODE-toets om de tijd te selecteren. Voorbeeld: Gewenste uitschakeltijd 3 minuten: „OFF-3".
Druk op de ON/TARE-toets om te bevestigen.
Opmerking: De standaardinstelling voor de uitschakeltijd is 3 minuten.
6.
Kalibratie
Om de kalibratie uit te voeren heeft u precies 2 kg gewicht nodig.
Houd bij uitgeschakelde weegschaal de MODE-knop ingedrukt. Druk vervolgens op de ON/TARE-toets om
de weegschaal in te schakelen.
De weegschaal geeft „8888" en de interne code (0-15000) weer. Laat nu de MODE-toets los.
Druk nogmaals op de MODE-toets. Op het display verschijnt „CAL" en vervolgens „2000". Plaats nu het
gewicht van 2 kg op het weegplateau. Na enkele seconden zal de weegschaal „PASS" weergeven en
terugkeren naar de normale weegmodus.
38