• breng de machine in de buurt van een afvoerputje;
• maak de afvoerslang uit zijn zitting (fig. 8, ref. 2) los, door hem ter hoogte van de
bevestigingsveer vast te pakken (fig. 8, ref. 3) en er in horizontale richting aan te
trekken;
• terwijl het uiteinde van de slang zo hoog mogelijk wordt vastgehouden, verwijder de
dop (fig. 8, ref. 4) uit de slang door hem los te draaien;
• laat het uiteinde van de slang geleidelijk zakken en controleer de sterkte van de stroom
t.a.v. de hoogte ten opzichte van de grond;
• controleer of er vuil in de vuilwatertank is achtergebleven en reinig de tank eventueel
van binnen. Om de reiniging en de complete afvoer te vereenvoudigen, wordt
geadviseerd om de vuilwatertank van de schoonwatertank los te maken en op te tillen;
• zodra de tank is geleegd, hem weer omlaag brengen (indien opgeheven) en aan de
schoonwatertank koppelen;
• sluit met de dop (fig. 8, ref. 4) de afvoerslang af (fig. 8, ref. 2) door de dop vast te
schroeven. Controleer of de slang perfect gesloten is en breng hem weer in zijn zitting
aan.
Verwijder tijdens het reinigen van de vuilwatertank nooit het zuigfilter (fig. 10, ref.
2) uit zijn zitting en richt de waterstraal nooit op dit filter.
Nu kan men weer doorgaan met schrobben en zuigen.
6.10. Afvoer schoon water
Gebruik de persoonlijke beschermingsmiddelen die geschikt zijn voor de uit te
Voer het water af terwijl de machine van de stroomvoorziening is afgekoppeld.
Om de tank te ledigen:
• breng de machine in de buurt van een afvoerputje;
• verwijder de dop (fig. 9, ref. 1);
• breng, zodra de inhoud van de schoonwatertank is afgevoerd, de dop weer aan (fig. 9,
ref. 1).
De oplossing van water en reinigingsmiddel kan ook gebruikt worden voor het
Wanneer de machine langere tijd niet gebruikt wordt, moeten het zuigrubber en de
borstels (of de schuurpads) gedemonteerd, gereinigd en bewaard worden op een droge
plek (bij voorkeur verpakt in een plastic zak of een stuk plastic), beschermd tegen stof.
Parkeer de machine met de kop omlaag.
Controleer of de tanks volledig geleegd en perfect schoon zijn.
Ledig de vuilopvangbak van de R-modellen met rollen (fig. 17).
Koppel de machine van de stroomvoorziening af (afhankelijk van het model, de stekker
uit het stopcontact halen of de connector van de batterijbedrading verwijderen).
Modellen met batterij: laad de batterijen volledig op alvorens ze op te bergen. Tijdens
lange perioden van inactiviteit, dient men ook voor periodieke oplading (minstens eens
per twee maanden) te zorgen, zodat de batterijen altijd de maximale lading behouden.
ATTENTIE
! GEVAAR
voeren werkzaamheden.
i INFORMATIE
reinigen van de vuilwatertank.
7.
PERIODEN VAN INACTIVITEIT
NEDERLANDS 21