Gebruiksdoel
Accu boorhamer voor algemene doeleinden. Geschikt voor licht tot middel zwaar werk, het
indraaien van moeren en bouten
Het uitpakken van uw gereedschap
•
Pak uw toestel / gereedschap uit. Inspecteer het en zorg dat u met alle kenmerken en
functies vertrouwd raakt.
•
Controleer of alle onderdelen aanwezig zijn en in goede staat verkeren. Als er onderdelen
ontbreken of beschadigd zijn, zorg dan dat deze vervangen worden voor u dit toestel /
gereedschap gebruikt.
Voor gebruik
Het ontkoppelen van de accu
•
Om de accu (8) te ontkoppelen drukt u de verlosschakels (9) aan beide zijden van de
machine. Trek de accu uit het handvat (7)
Let op: Probeer de accu niet te ontkoppelen zonder het indrukken van de verlosschakels. De
accu en de machine raken zo mogelijk beschadigd
Het aansluiten van een opgeladen accu
1. Schuif de opgeladen accu in de onderzijde van het handvat (7) tot deze in positie klikt
Let op: Zorg ervoor dat de machine en de accu juist zijn uitgelijnd. De accu dient gemakkelijk
in de machine te schuiven. Forceer de accu niet. Wanneer de accu niet soepel in de machine
schuift, controleert u de accu, de machine gleuven en de contactpunten voordat u het
opnieuw probeert
Het opzetten van de accuoplader
1. Wanneer een accu is aangesloten, ontkoppeld u deze van de oplader (10)
2. Steek de stekker (11) van de oplader in een geschikt stopcontact
Let op: Het groene LED lampje (12) op de accueenheid brandt wanneer de oplader in staat
is de accu op
te laden
WAARSCHUWING: Gebruik de oplader enkel voor het opladen van de inbegrepen accu, of
voor aangeschafte accu's, specifiek ontworpen voor de machine
WAARSCHUWING: De oplader is enkel geschikt voor binnen gebruik en dient niet in
vochtige omstandigheden gebruikt te worden
Het opladen van de accu
WAARSCHUWING: Wanneer de instructies niet opgevolgd worden raakt de accu mogelijk
permanent beschadigd
Let op: De normale laadtijd van een onlangs ontladen accu bedraagt een uur. De laadtijd van
accu's die voor langere tijd ontladen zijn bedraagt ongeveer anderhalf uur
1. Schuif de ontladen/gedeeltelijk ontladen accu op de oplader (10)
Let op: Zorg ervoor dat de accu en de oplader juist zijn uitgelijnd. De accu dient gemakkelijk
in de oplader te schuiven. Forceer de accu niet. Wanneer de accu niet soepel op de oplader
schuift, controleert u de accu, de oplader gleuven en de contactpunten voordat u het opnieuw
probeert
2. Zowel het rode als het groene LED lampje (12+13) knipperen om aan te duiden dat
de oplader de accu aan het scannen is
3. Wanneer het opladen start branden beide lampjes zonder te knipperen
4. Wanneer de accu volledig is opgeladen brand enkel het groene lampje
Let op: Wanneer beide lampjes na het scannen niet constant branden is de accu foutief.
Controleer of de accu volledig op de oplader is geschoven. Verwijder enig vuil uit het
contactpunt en zorg ervoor dat de contactpunten van de accu en de oplader schoon zijn.
Controleer of de contactpunten gebogen of beschadigd zijn
Opmerkingen betreft het opladen van de accu:
•
De accu dient bij een omgevingstemperatuur tussen de 10 en 40°C (dicht bij 20°C is
ideaal) opgeladen te worden
•
Na het opladen vereist de accu een afkoelperiode van 15 minuten
•
Zorg ervoor dat de oplader na het opladen van de stroombron wordt ontkoppeld en juist
wordt opgeborgen
•
Laad accu's NOOIT voor langere periodes op en berg accu's NOOIT op wanneer deze
worden opgeladen
•
De oplader houdt de temperatuur en spanning van de accu constant in de gaten.
Ontkoppel de accu wanneer deze volledig is opgeladen, om de laadcyclussen te
optimaliseren en het verspillen van energie te voorkomen
•
Accu's kunnen na verloop van tijd stuk raken, individuele cellen breken wat leidt tot
kortsluiting in de accu. De oplader laadt zulke accu's niet op. Gebruik de andere accu om
de werking van de oplader te controleren en schaf een nieuwe accu aan
•
Li-ion accu's mogen niet voor langere tijd ontladen opgeborgen worden. Dit beschadigt de
Li-ion accucellen mogelijk. Accu's dienen volledig opgeladen (ontkoppeld van de oplader)
te zijn wanneer deze voor langere tijd opgeborgen worden
•
De capaciteit van accu's wordt na verloop van tijd lager. Na 100 laadcyclussen zullen de
gebruiksduur en de maximale koppel van de boormachine lichtelijk verkorten/verlagen.
Na 500 laadcyclussen is de minimale capaciteit van de accu bereikt. Dit is normaal en
duidt niet op een foutieve accu
Het bevestigen van een schroef bit
WAARSCHUWING: Bevestig GEEN bits met een maximale snelheid, lager dan de onbelaste
snelheid van de machine
1. Trek de kraag (2) van de bit houder (1) naar voren en plaats het bit in de houder
2. Laat de kraag los
3. Trek aan het bit om te controleren of het goed vast zit. Wanneer het bit los zit
herhaalt u stap 1 en 2
Let op: Maak enkel gebruik van geharde bits die geschikt zijn voor het uit te voeren werk
Gebruik
Rotatierichting controle
WAARSCHUWING: Wanneer de machine is ingeschakeld mag de rotatierichting NOOIT
veranderd worden. Dit voorkomt permanente schade aan de machine
•
De rotatierichting kan met behulp van de rotatierichting schakelaar (5) veranderd worden
•
Voor een rotatierichting linksom, duwt u de schakelaar naar rechts
•
Voor een rotatierichting rechtsom, duwt u de schakelaar naar links
Let op: Wanneer de schakelaar in het midden staat is de machine vergrendeld en kan deze
niet ingeschakeld worden. Gebruik deze stand als veiligheidsfunctie om plotse inschakeling
van de machine te voorkomen
Het in- en uitschakelen van de machine
WAARSCHUWING: Bij het gebruik van de machine is het dragen van de benodigde
beschermende uitrusting vereist
1. Om de machine te starten knijpt u de trekker schakelaar (6) in
2. Het ingebouwde werklicht (3) brand wanneer de trekker schakelaar wordt ingeknepen
Let op: Wanneer de schakelaar niet ingeknepen kan worden controleert u de stand van de
rotatierichtingsschakelaar (5). De middenpositie vergrendelt de trekker schakelaar
3. De rotatiesnelheid wordt geregeld door de trekker schakelaar. Hoe verder de
schakelaar wordt ingeknepen des te hoger de rotatiesnelheid
4. Laat de trekker schakelaar los om de machine te stoppen
15
NL