BASISFUNCTIES
1
2
3
BELANGRIJKE OPMERKING:
4
5
BELANGRIJK:
Bij het vacumeren mag het apparaat niet uitgeschakeld worden.
Luchtzuivering
Plaats uw apparaat in de kamer en laat het afhankelijk van de kamer-
grootte enkele minuten draaien. Uw apparaat zuigt nu alle onaange-
name geuren en stofpartikels uit de kamerlucht, bindt deze aan het
water en de vers gezuiverde lucht komt uit het luchtuitlaatrooster
weer naar buiten (afb. 1).
Aanbevolen positie voor een aangename luchtzuivering:
„AIR" (afb. 2)
Tijdschakelklok
• Draaiwiel op 'AIR'; inschakelen: luchtreiniging wordt gestart.
• Na 20 minuten schakelt de motor automatisch uit.
• Opnieuw starten: knop op 'off ', 3 seconden wachten, weer inschakelen.
• Op het moment dat het toerental verhoogt, heeft de tijdschakelklok
geen eff ect meer.
De tijdschakelklok kan alleen op het laagste niveau (AIR)
worden ingezet!
Blaasfunctie
Ideaal om verstopte afvoerleidingen te ontstoppen of voor het dro-
gen van voorwerpen. Open het luchtuitlaatrooster aan de achterzijde
en breng op deze plaats de zuigslang aan. (Afb. 4).
Vacumeren
Stop de te reinigen voorwerpen zoals kussens, dekbedden, knuff eldieren
enz. in de vacumeerzak, plaats de slang in de vacumeerzak en zet het
apparaat aan en zuig de lucht eruit. Neem nu de slang af en plaats
deze op de luchtuitlaatopening (blaasfunctie). Blaas nu frisse lucht in de
vacumeerzak – alles ruikt weer als fris gewassen! (Afb. 5)
NL
41