Oorzaken en oplossingen van fouten
Oorzaak
Temperatuurwaarschuwing (k) knippert, me-
ting niet mogelijk
Meetgereedschap buiten
bedrijfstemperatuur van
– 10 °C tot +50 °C (in func-
tie duurmeting tot +40 °C ).
Indicatie „ERROR" in het display
Optellen of aftrekken van
meetwaarden met verschil-
lende maateenheden
Hoek tussen laserstraal en
doel is te klein.
Doeloppervlak weerspiegelt
te sterk (bijv. spiegel) of te
zwak (bijv. zwart textiel) of
omgevingslicht is te sterk.
Uitgang laserstraal 16 of
ontvangstlens 17 zijn besla-
gen (bijv. door snelle tempe-
ratuurverandering).
Berekende waarde is groter
2
dan 999999 m/m
/m
Indicatie „>60 ° " of „< – 60 ° " in het display
Het hellingmeetbereik voor
de meetfunctie resp. het re-
ferentieniveau is overschre-
den.
Indicatie „CAL" en indicatie „ERROR" in het
display
De kalibratie van de helling-
meting is niet in de correcte
volgorde of in de correcte
posities uitgevoerd.
De voor de kalibratie ge-
bruikte vlakken waren niet
nauwkeurig horizontaal of
verticaal afgesteld.
Het meetgereedschap is bij
het indrukken van de toets
bewogen of gekanteld.
112 | Nederlands
Oplossing
Wacht tot het meet-
gereedschap be-
drijfstemperatuur
bereikt
Alleen meetwaar-
den met dezelfde
maateenheden op-
tellen of aftrekken
Vergroot de hoek
tussen de laser-
straal en het doel
Laserdoelpaneel
gebruiken
Wrijf de uitgang la-
serstraal 16 of de
ontvangstlens 17
droog met een
zachte doek
Berekening in tus-
3
.
senstappen verde-
len
Voer de meting uit
binnen het gespeci-
ficeerde hoekbe-
reik.
Herhaal de kalibra-
tie volgens de aan-
wijzingen in het dis-
play en in de
gebruiksaanwijzing.
Herhaal de kalibra-
tie op een horizon-
taal of verticaal vlak
en controleer de
vlakken eerst met
een waterpas.
Herhaal de kalibra-
tie en houd het
meetgereedschap
tijdens het indruk-
ken van de toets
rustig op het vlak.
Oorzaak
Oplaadindicatie (g), temperatuurwaarschuwing
(k) en indicatie „ERROR" in het display
Temperatuur van meetge-
reedschap buiten toegesta-
ne oplaadtemperatuurbe-
reik
Oplaadindicatie (g) en indicatie „ERROR" in
display
Oplaadspanning accu niet
correct
Oplaadindicatie (g) en kloksymbool (f) in dis-
play
Duidelijk langere oplaadtijd,
omdat de laadstroom te
laag is.
Meetresultaat onwaarschijnlijk
Doeloppervlak weerspiegelt
niet duidelijk (bijv. water of
glas).
Uitgang laserstraal 16 of
ontvangstlens 17 is afge-
dekt.
Verkeerd referentieniveau
ingesteld
Obstakel in het verloop van
de laserstraal
De indicatie blijft ongewijzigd of het meetge-
reedschap reageert onverwacht op het indruk-
ken van een toets
Fout in de software
Het meetgereedschap controleert
de juiste werking bij elke meting. Als
een defect wordt vastgesteld, knip-
pert in het display alleen nog het
hiernaast staande symbool. In dit
Oplossing
Wacht tot het op-
laadtemperatuurbe-
reik is afgekoeld.
Controleer of de in-
steekverbinding
correct is aangeslo-
ten en het oplaad-
apparaat juist func-
tioneert. Als het
apparaatsymbool
knippert, is de accu
defect en moet de-
ze door de BTI-klan-
tenservice worden
vervangen.
Gebruik uitsluitend
het originele BTI-
oplaadapparaat.
Dek het doelopper-
vlak af
Houd de uitgang la-
serstraal 16 of ont-
vangstlens 17 vrij
Kies een bij de me-
ting passend refe-
rentieniveau
Laserpunt moet vol-
ledig op doelopper-
vlak liggen.
Druk tegelijkertijd
op de toets meten 2
en de geheugenwis-
toets resp. aan/uit-
toets 8 om een re-
set uit te voeren.
2 609 141 101 • 23.7.13