Monteren
• De inbouwplek moet stevig en stabiel zijn. De materiaaldikte op de inbouwplek mag maximaal 20 mm
bedragen.
• Plan, indien u meerdere plafondinbouwringen wilt monteren, de positionering zeer zorgvuldig.
• Markeer het boorgat op de montageplek van de plafondinbouwring (zie het hoofdstuk „Technische gege-
vens" voor de vereiste diameter) en boor het gat met een geschikte boormachine (bijv. gatenboor met
centreerboor).
Onze tip:
Controleer bij de montage van de inbouwlamp in een plafondpaneel de juiste boordiameter veiligheidshalve
eerst bij een onderdeel dat u niet meer nodig heeft. Er is niets zo vervelend als een te groot gat in een duur
en hoogwaardig plafondpaneel.
Boor het gat aan de kant die zichtbaar is, zodat de randen niet afsplinteren. Om de nauwkeurigheid te ver-
hogen kunt u een gat met 3 mm voorboren, zodat de centreerboor van de gatenboor een goede steun heeft.
• Monteer het plafondpaneel en leid het netsnoer door het boorgat.
• Indien de plafondinbouwring gedemonteerd geleverd moet worden, dient u eerst de metalen beugel met de
klembehuizing via een schroef op de plafondinbouwring te monteren (zie afbeelding aan het einde van de
gebruiksaanwijzing, stap „1"), zodat de klembehuizing naar buiten wijst.
• Maak de beugel van de trekontlasting los door de beide schroeven eruit te draaien.
• Verwijder de beide schroeven van de afdekking boven de klemmenstrook en haal de afdekking eraf.
• Strip het netsnoer ca. 3 cm; daarna moeten de 3 afzonderlijke draden ongeveer 5 mm worden gestript. Het
is hierbij van belang dat de buitenste isolatie van het netsnoer later via de trekontlasting stevig gefixeerd
kan worden.
• Verbind het netsnoer met de aansluitklemmen (bruine draad = L , blauwe draad = N, geel/groene draad =
PE/aardleiding, aardingssymbool, zie opschriften naast de klemmenstrook).
De aardleider moet worden aangesloten!
Als het product een reeds aanwezige lamp moet vervangen en als er geen aardleiding aanwezig
is, mag het product niet worden gemonteerd. Trek eerst een nieuw geaard netsnoer.
Wanneer er geen aardleiding is aangesloten, kan er elektrische spanning op de metalen behui-
zing van de plafondinbouwring komen te staan. Er bestaat levensgevaar door een elektrische
schok!
• Plaats nu de afdekking, die u voordien verwijderd heeft, op de aansluitklemmen en schroef de afdekking
opnieuw vast. Doe dit zonder geweld, omdat anders de kunststof schroefdraad beschadigd wordt!
• Fixeer het netspanningssnoer met behulp van de trekontlasting.
• Plaats de plafondinbouwring in het gat van het plafondpaneel.
Daarvoor dienen eerst de beide veerbeugels naar achteren te worden samengedrukt (zie afbeelding,
stap 2); vervolgens kan de plafondinbouwring in het gat van het plafondpaneel worden geschoven (stap 3).
De beide veerbeugels draaien daarna terug en fixeren de plafondinbouwring in het plafondpaneel.
Let erop dat de kabels daarbij niet bekneld worden resp. er zich later geen kabels in de buurt van
de lichtbron bevinden.
• Plaats een geschikte lichtbron in de plafondinbouwring. Trek daarvoor de lampenfitting uit de plafondinbou-
wring (stap 4). Plaats een nieuwe lichtbron in de lampenfitting (stap 5) en draai deze vast door naar rechts
te draaien, met de wijzers van de klok mee.
Plaats de lichtbron in de plafondinbouwring en fixeer deze daar met de veerring (stap 6).
• Dankzij het draaimechaniek kan de uitrichting van de belichting aan uw wensen worden aangepast.
Belangrijk! Indien u de uitrichting van de lichtstraal wilt veranderen, houd er dan rekening mee
dat zowel de lamp als de plafondinbouwring zeer warm worden. Gevaar voor verbrandingen! Wij
adviseren u, de uitrichting alleen te veranderen als de lamp en de plafondinbouwring volledig zijn
afgekoeld.
Plaatsen resp. vervangen van de lamp
Zowel de lamp als de inbouwring worden zeer warm tijdens het gebruik. Gevaar voor verbrandin-
gen!
Laat een defecte lamp en tevens de plafondinbouwring eerst afkoelen voordat u de lichtbron
vervangt.
Het afkoelen kan 15 minuten en langer duren. Vooraleer u de lamp of de plafondinbouwring
aanraakt, moet u eerst voorzichtig de temperatuur controleren. Verbrandingsgevaar!
• Schakel eerst de voeding uit (lichtknopje).
• Verwijder de veerring uit de plafondinbouwring.
Let op, voorzichtig!
De veerring kan bij het losmaken eruit springen, bovendien kan de lichtbron na het verwijderen
van de veerring gedeeltelijk uit de plafondinbouwring vallen.
• Trek de lichtbron voorzichtig een stuk uit de plafondinbouwring, zodat de lampenfitting zichtbaar is. Houd
de lampenfitting vast en draai vervolgens de lichtbron een stuk naar links tegen de wijzers van de klok in,
totdat hij uit de lampenfitting kan worden gehaald.
• Vervang de defecte lichtbron door een nieuwe lichtbron.
Houd rekening met het type en het maximale vermogen van de gebruikte lamp, zie het hoofdstuk
„Technische gegevens".
Gebruik nooit een lichtbron met een hoger vermogen. Brandgevaar!
• Plaats de lichtbron in de lampenfitting en draai hem vast door hem een stuk naar rechts met de wijzers van
de klok mee te draaien.
• Plaats de lichtbron in de plafondinbouwring.
• Fixeer de lichtbron in de plafondinbouwring met de aanvankelijk verwijderde veerring.
Verwijdering
Verwijder het product aan het einde van zijn levensduur conform de geldende wettelijke bepalin-
gen.
Technische gegevens
Bedrijfsspanning ........................................... 220 - 240 V/AC, 50 Hz
Lichtbrontype ................................................ GU10
Vermogen van de lichtbron ........................... max. 35 W
Inbouw-gatdiameter ...................................... 75 mm
Inbouwdiepte min. ........................................ 120 mm
Buitenafmetingen .......................................... 84,5 x 84,5 mm
Afstand tot warmte-isolatiemateriaal ............ min. 100 mm
Materiaaldikte op montageplaats .................. tot ca. 20 mm
Draaibaar ...................................................... ja (draaibereik totaal ca. 50°)
1
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de
registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van
uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2013 by Conrad Electronic SE.
2
2
3
4
5
6
>10cm
>10cm
V1_0413_01/IB