9. Laat geen zwevende lasten zonder toezicht
zonder overeenkomstige veiligheidsmaatre-
gelen te hebben genomen.
10. Beveilig het apparaat door een 10 A zekering
of door een 10 mA aardlekschakelaar om de
stroomkring te beschermen.
11. Gebruik de hendels (4/5) niet als normale
stopzetinrichting. Zij dienen slechts als sto-
pinrichting in geval van nood.
12. Voordat u begint dient u er zich van te verge-
wissen dat de draadkabel (6) correct rond de
trommel (3) is gewikkeld en dat de afstand
tussen de windingen kleiner is dan de draad-
kabel (fi g. 3)
13. Zorg ervoor dat de lading naar behoren aan
de haak (8) of bij gebruik als katrol aan de
extra haak (16) veilig is vastgemaakt en hou
steeds afstand tot de last en de staaldraadka-
bel (6).
6.2 Gebruik (fi g. 10)
•
Controleer of de noodstopschakelaar (9) is
ingedrukt. Draai de rode stopschakelaar met
de wijzers van de klok mee om hem te ont-
grendelen.
•
Druk op de drukknop ▲ (10) om de last te
hijsen.
•
Druk op de drukknop ▼ (10) om de last te
laten zakken.
•
Hendel van het automatische stopmechanis-
me (5): Als de maximale hijshoogte is bereikt,
drukt het uitschakelgewicht (7) de hendel (5)
omhoog. Daardoor wordt een eindschakelaar
in werking gesteld en kan de last niet verder
worden gehesen.
•
Hendel voor maximale kabellengte (4): als
de last de onderste mogelijke positie heeft
bereikt wordt een eindschakelaar in werking
gesteld die verhindert dat men de last verder
kan laten zakken. Deze eindschakelaar zou
ook voorkomen dat de kabeltakel in verkeer-
de richting in werking wordt gesteld (haak
beweegt in andere richting dan aangeduid op
de bedieningsschakelaar).
•
Als u op de noodstopschakelaar (9) drukt
stopt de kabeltakel.
•
In geval van nood onmiddellijk de noodstop-
schakelaar (9) bedienen om de kabeltakel te
stoppen. De bediening van de kabeltakel is
niet mogelijk als de noodstopschakelaar is
ingedrukt.
Anl_SHZ_125_1000_SPK7.indb 53
Anl_SHZ_125_1000_SPK7.indb 53
NL
7. Vervanging van de
netaansluitleiding
Gevaar!
Als de netaansluitleiding van dit apparaat be-
schadigd wordt, dan moet hij door de fabrikant
of diens klantendienst of door een gelijkwaardig
gekwalifi ceerde persoon vervangen worden, om
gevaren te vermijden.
8. Reiniging, onderhoud en
bestellen van wisselstukken
Gevaar!
Trek vóór alle schoonmaakwerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
8.1 Reiniging
•
Hou de veiligheidsinrichtingen, de ventila-
tiespleten en het motorhuis zo veel mogelijk
vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met een
schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
•
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
•
Reinig het toestel regelmatig met een vochti-
ge doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kun-
nen aantasten. Let er goed op dat geen water
in het toestel terechtkomt. Door binnendrin-
gen van water in een elektrische apparatuur
verhoogt het risico van een elektrische schok.
8.2 Onderhoud
Gevaar! Zorg er steeds voor dat de machine
niet met het stroomnet is verbonden als u de
machine onderhoudt.
•
Hieronder: een cyclus komt overeen met één
op- en neerwaartse beweging van een last.
Periodieke controle komt overeen met een
controle na 100 cycli.
•
Ga periodiek na of de eindschakelaars van
de kabeltakel naar behoren werken. Ga bij
de controle als volgt te werk: zodra de kabel
de maximale hijshoogte heeft bereikt wordt
de hendel van het automatische stopmecha-
nisme (5) in werking gesteld. De motor (14)
moet dan stoppen. (Zonder last controleren).
Als de staaldraadkabel (6) zo ver mogelijk is
afgewonden wordt de hendel voor maximale
kabellengte (4) in werking gesteld. De motor
(14) moet dan stoppen.
- 53 -
17.04.15 12:25
17.04.15 12:25