INSTALLATIE APPARAAT
Alle installatiefasen moeten in beschouwing wor-
den genomen, vanaf de uitvoering van het algeme-
ne project. Voordat de voor deze werkzaamheden
bevoegde persoon met deze fasen begint moet hij,
afgezien van het bepalen van de plek voor de in-
stallatie, een "veiligheidsplan" in werking stellen om
de veiligheid van de rechtstreeks betrokken perso-
nen te verzekeren en moet hij zich nauwgezet aan
alle wetten houden en in het bijzonder aan die met
betrekking tot de verplaatsbare werkplaatsen.
De plaats van installatie moet zijn uitgerust met alle
aansluitingen voor de voeding en de afvoer van de res-
ten van de bewerking. De plaats moet naar behoren
verlicht zijn en voldoen aan alle hygiënische en sanitai-
re vereisten van de geldende wetten, om besmetting
van de levensmiddelen te voorkomen.
Indien noodzakelijk moet u de exacte positie van ie-
der afzonderlijk apparaat of samenstel bepalen en
er de coördinaten van aftekenen om ze op correcte
wijze te positioneren.
De installatie moet worden uitgevoerd op een mini-
male afstand van de achterwand van 5 cm en van 8
cm ten opzichte van de zijwanden.
Voer de installatie uit in overeenstemming met de
geldende wetten, normen en specificaties van het
land van gebruik.
Belangrijk
Tijdens de installatie en het gebruik moet u
zich ervan verzekeren dat de leidingen voor
het afzuigen en afvoeren van de lucht vrij
zijn van alle obstakels.
Belangrijk
Voor de installatie van het apparaat op an-
dere soorten onderstellen, beschikbaar als
accessoires moet u zich houden aan de met
die laatste verstrekte instructies.
VENTILATIE VAN DE RUIMTE
De ruimte waar het apparaat is geïnstalleerd moet
zijn uitgerust met luchtinlaatopeningen om de cor-
recte werking van het apparaat en de luchtverver-
sing van de ruimte te verzekeren.
De luchtinlaatopeningen moeten voldoende groot
zijn en afgeschermd zijn met roosters en zo zijn ge-
plaatst dat ze niet verstopt kunnen raken.
- 15 -
IT
GB
DE
FR
ES
NL
Nederlands