•
Bescherm het apparaat tegen vorst en
tegen het drooglopen.
•
Maak uitsluitend gebruik van originele
accessoires en voer geen ombouw
van het apparaat door.
•
Gelieve over het onderwerp „Onder-
houd en reiniging" de in de gebruiks-
aanwijzing vermelde instructies te
lezen. Alle daarbuiten ressorterende
maatregelen, in het bijzonder het
openen van het apparaat, dienen door
een vakkundig geschoolde elektricien
getroffen. Richt u in geval van een re-
paratie altijd tot ons servicecenter.
Elektrische veiligheid:
Opgepast: zo vermijdt u ongeval-
len en verwondingen door een
elektrische schok:
•
Indien er zich personen in het water
bevinden, mag het apparaat niet be-
diend worden. Er bestaat gevaar door
een elektrische schok.
•
Tijdens de werking van het apparaat
moet na de installatie de netstekker
vrij toegankelijk zijn.
•
Voordat u uw nieuwe pomp in gebruik
neemt, laat u door een vakman nakij-
ken:
- Aardaansluiting, nulstelling, lek-
stroombeschermingsschakeling
moeten aan de veiligheidsvoor-
schriften van de energiebedrijven
voldoen en foutloos functioneren
- Bescherming van de elektrische
geleiderbruggen tegen natheid.
- Bij overstromingsgevaar de gelei-
derbruggen in de tegen een over-
stroming beveiligde zone aanbren-
gen.
•
Let erop dat de netspanning met de
gegevens van het typeaanduiding-
plaatje overeenstemt.
•
Sluit het apparaat aan op een stop-
contact met een aardlekschakelaar
(FI-schakelaar) met een gemeten
lekstroom van niet meer dan 30 mA;
zekering minstens 6 ampère.
•
Controleer telkens vóór gebruik ap-
paraat, snoer en stekker op beschadi-
gingen. Defecte snoeren mogen niet
gerepareerd worden, maar moeten
door een nieuws snoer vervangen
worden. Laat schade aan uw apparaat
door een geautoriseerde vakman ver-
helpen.
•
Gebruik het snoer niet om de stekker
uit de contactdoos te trekken. Be-
scherm het snoer tegen hitte, olie en
scherpe randen.
•
Als het netsnoer van dit apparaat
beschadigd wordt, moet het door de
fabrikant of door zijn klantenservice-
afdeling of door een gelijkwaardig
gekwalificeerde persoon vervangen
worden om gevaren te vermijden.
•
Draag of bevestig het apparaat niet
aan het snoer.
•
Gebruik uitsluitend verlengsnoeren,
die tegen spatwater beschermd zijn
en voor het gebruik in de open lucht
bestemd zijn. Rol een snoertrommel
vóór gebruik altijd helemaal af. Con-
troleer het snoer op beschadigingen.
•
Trek vóór alle werkzaamheden aan
het apparaat, bij lekkages in het wa-
tersysteem, tijdens werkonderbrekin-
gen en bij niet-gebruik de netstekker
uit de contactdoos.
•
Netaansluitleidingen mogen geen
geringere dwarsdoorsnede dan rubbe-
ren slangleidingen met de benaming
H07RN8-F hebben. De leidinglengte
moet 10 m bedragen. De dwarsdoor-
snede van het verlengsnoer moet min-
stens 2,5 mm² bedragen.
NL
BE
41