ADVIES VOOR GEBRUIK EN ONDERHOUD
NL
Om de beste prestaties te verkrijgen, volgt u onderstaande instructies.
• Bewaar het apparaat op een droge plaats en vermijd zonlicht.
• Dompel het apparaat niet onder in water. Reinig het apparaat alleen met een droge doek.
• Vermijd schudden en botsen.
• Vermijd een stoffige omgeving en een instabiele omgevingstemperatuur.
• Gebruik de licht vochtige doek om het vuil te verwijderen.
• Vermijd het wassen van de manchet.
Reinigen: Een stoffige omgeving kan invloed hebben op de prestaties van het apparaat. Gebruik de zachte doek om het vuil
voor en na gebruik te verwijderen.
Zorg ervoor dat het apparaat veilig functioneert en in goede werkomstandigheden is voordat u het gebruikt.
Volg de instructies voor de juiste vervanging van verwisselbare of afneembare delen die aangegeven zijn door het
SERVICEPERSONEEL van de FABRIKANT als "vervangbaar".
Weggooien: Aangetaste sensoren kunnen leiden tot onnauwkeurige metingen, en losgemaakte elektroden kunnen leiden tot
het niet meer kunnen aanzetten van de meter.
Gooi ACCESSOIRES, afneembare onderdelen en MEDISCH ELEKTRISCH MATERIAAL weg volgens de lokale richtlijnen.
OVER BLOEDDRUK
Wat is systolische druk en diastolische druk?
Als de hartkamers samentrekken en bloed uit het hart pompen, bereikt
de bloeddruk zijn maximale waarde in de cyclus, dat systolische
druk wordt genoemd. Wanneer de hartkamers ontspannen, bereikt de
bloeddruk zijn minimale waarde in de cyclus, wat diastolische druk
wordt genoemd.
Wat is de standaard bloeddrukclassificatie?
De bloeddrukclassificatie die gepubliceerd is door de World Health Organization (WHO) en de International Society of
Hypertension (ISH) in 1999 is als volgt:
PAS OP!
Alleen een arts kan u uw normale bloeddrukbereik vertellen. Neem
contact op met een arts als uw meetresultaat buiten het bereik
valt. Houd er rekening mee dat alleen een arts u kan vertellen of
uw bloeddrukwaarde een gevaarlijk punt heeft bereikt.
Niveau
Bloeddruk
(mm Hg)
SYS
DIA
Optimaal
Normaal
Hoog-normaal
<120
120–129
<80
80–84
106
Systolische
bloedafvoerende
slagader
span
Graad 3 hypertensie (ernstig)
Graad 2 hypertensie (matig)
Graad 1 hypertensie (mild)
Deelgroep: grensgeval
Hoge-normale bloeddruk
Normale bloeddruk
Optimale
bloeddruk
Systolische bloeddruk (mmHg)
Mild
130–139
140–149
85–89
90–99
Diastolische
bloedtoevoerende
ader
ontspan
Matig
Ernstig
160–179
≥180
100–109
≥110