Inbetriebnahme Batteriebetrieb, Batteriewechsel /
Ingebruikname Batterijbedrijf, Batterijvervanging
1
3
5
7
2
4x
4
6
8
1 Eckventil schließen.
2 Gehäusemantel abnehmen, 4 AAA-Batterien
in das Batteriefach einsetzen und mit E-Modul
verbinden.
3 LED im Sensorfeld blinkt, keine Gegenstände
bzw. Hände in den Sensorbereich halten und
nicht das Gehäuse aufstecken bis die LED aus ist!
Ggf. Programmierung starten (siehe Seite 19).
4 Gehäusemantel aufsetzen. Kein Kabel beschädi-
gen!
5 Eckventil öffnen.
6 Funktionskontrolle durchführen, Wasserfluss so
lange, wie Hände im Aktivbereich (max. 60 s,
Werkseinstellung).
7 Mischwassertemperatur einstellen.
evtl. Verbrühgefahr,
ggf. Eckventil-Thermostat einbauen
8 Batteriewechsel: Diode blinkt bei niedriger Bat-
terieladung.
Schritt 1-4 wiederholen und Batterien wechseln.
1 Hoekkraan sluiten.
2 Kraanmantel afnemen, 4 AAA batterijen in
batterijvak plaatsen.
3 LED in het sensorveld knippert, geen voorwerpen
resp. handen in het sensorbereik houden en de
mantel niet opsteken tot de LED uit is. Evt. pro-
grammering (zie pagina 20).
4 Kraanmantel opzetten. Geen kabels beschadigen!
5 Hoekkraan openen.
6 Functiecontrole uitvoeren: waterstroom zo lang,
als handen in het actieve bereik (max. 60 s, Fa-
brieksinstelling).
7 Mengwatertemperatuur instellen.
Evt. verbrandingsgevaar,
evt. hoekkraan-thermostaat inbouwen.
8 Batterijvervanging: Diode knippert bij lage bat-
terijlading.
Stap 1 - 4 herhalen en batterijen vervangen.
11