BEDIENINGSINSTRUCTIES
DEBIETREGELING AFSTELLEN
1.
Zie voor de juiste instellingen van de materiaaldoorvoer het hoofdstuk over strooi-
instructies.
2.
Zet de bout op de debietregeleenheid in de juiste stand en draai de bout vast.
3.
Duw de strooimachine voort bij een stevig looptempo voor een consistente dekking
van het materiaal.
NL
4.
Om te stoppen of te keren, zet u de debietregelhendel in de gesloten stand voordat
u stopt of keert.
VOORZICHTIG: De instellingen van de strooimachine dienen slechts als richtlijn. De strooimachine moet vóór
gebruik worden gekalibreerd om de nauwkeurigheid ervan te garanderen.
De instellingen van de strooimachine zijn gebaseerd op een loopsnelheid van 5 KM/U. Sneller of trager lopen ver-
andert de strooisnelheid. De exacte strooisnelheid is afhankelijk van de strooimachine zelf en van de nauwkeurig-
heid van de persoon die de machine bedient.
CONSISTENTE DEKKING
Om een consistente dekking te garanderen, moet u ervoor zorgen dat elk strooipatroon
het vorige patroon iets overlapt, zoals weergegeven in onderstaande afbeelding.
WAARSCHUWING: strooi niet te veel materiaal. Volg de aanbevolen dekkingsgraad voor elk product. Te veel strooi-
en lijdt tot schade en verontreiniging. Als het strooimateriaal per ongeluk ergens anders op komt of als er te veel
is gestrooid, moet u het gebied grondig doorweken met een tuinslang of sproeier om verbranding te voorkomen.
46
PLAAT OMHOOG
OVERLAPPING