- Giet nooit water of een andere vloeistof op het apparaat. Houd het apparaat droog, schoon en stofvrij. Reinig het
apparaat na elk gebruik. Neem de aanwijzingen over reiniging en opslag in acht.
- Gebruik nooit onderdelen, toebehoren of opzetstukken die voor dit apparaat niet zijn toegestaan. Ernstig letsel bij
de gebruiker of beschadiging van het apparaat kan het gevolg zijn. Bovendien kan de garantie vervallen.
- Gebruik daarom alleen originele vervangingsonderdelen en origineel toebehoren of de door de fabricant
toegelaten vervangingsonderdelen en toebehoren.
- Apparaat nooit met defecte bedrijfsschakelaar gebruiken.
- Laat alle reparaties uitsluitend door een gespecialiseerd bedrijf uitvoeren.
- Bewaar deze gebruiksaanwijzing. Lees de gebruiksaanwijzing en gebruik deze om andere gebruikers te
instrueren. Geef de gebruiksaanwijzing mee als u het apparaat aan iemand uitleent.
- Neem de geldende voorschriften met betrekking tot de gebruikstijden in acht (eventueel na te vragen bij uw
gemeente).
!WAARSCHUWING!
Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en zijn stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens
enig werk aan het gereedschap uit te voeren.
1. Montage van de zuig- en blaaspijp (Fig 3 tot 6)
- Zuig-/blaaspijp (12) tot deze vastklikt in zuig-/blaaspijp (13) duwen (Fig 3 & 4).
- Schroef M4x50 (14) indraaien en aandraaien (Fig 5).
- Zuig-/blaaspijp (13) tot deze vastklikt in de huisopening duwen (Fig 6).
- Schroef M4x50 (14) indraaien en aandraaien.
2. Mountage van de transportwiel (Fig 7)
- Transportwiel (11) aan zuig-/blaaspijp (12) tot aanslag opschuiven.
- Schroef M4x18 (15) indraaien en aandraaien. Echter zo vast dat het transportwiel stevig op de zuig-/blaaspijp zit.
3. Montage van de zuigzak (Fig 8 tot 11)
- Duw de aansluitstuk (16) op het behuizing (Fig 8).
- Schroeven M4x18 (15) indraaien en aandraaien.
- Duw de zuigzakadapter op het aansluitstuk (16) van de behuizing (Fig 9).
- Duw de adapter zo ver tot de sluitingen aan beide zijden vastklikken.
- Zuigzak aan achterste en aan voorste bevestigingshaak vasthaken (Fig 10 en 11).
4. Montage van de schouderriem (Fig 12)
- Vasthoudhaak openen, aan bevestigingsoog van behuizing vastmaken en goed sluiten.
- Trek de schouderriem (5) over uw hoofd en neem de voor de werkzaamheden vereiste houding in.
- Stel de schouderriem in op uw lichaamslengte.
!WAARSCHUWING!
- Controleer of de gegevens vermeld op het kenplaatje overeenkomen met de gegevens van het stroomnet
alvorens het gereedschap aan te sluiten.
- Controleer altijd, voordat u de stekker in het stopcontact steekt, of de aan/uit-schakelaar (6) op de juiste manier
schakelt en weer terugkeert naar de uitstand nadat deze is losgelaten.
- Gebruik aan uw netstopcontact een aardlekschakelaar (met maximaa 30mA inschakelstroom).
1. Gebruik (Fig 13)
- Controleer het apparaat op goede bedrijfstoestand en bevestiging van zuig- en blaaspijp en behuizing.
- Controleer of de ritssluiting van de zuigzak (9) gesloten is.
- Aansluitkabel aan de trekontlasting (8) bevestigen (Fig 13). Apparaat alleen gebruiken als de aansluitkabel aan
de kabeltrekontlasting bevestigen is.
- Aansluitkabel eerst aan apparaatstekker en vervolgens aan een 230 V-stopcontact insteken.
- De op de lichaamsgrootte vooraf ingestelde schouderriem omdoen.
- In werkstand stellen.
NL
INEENZETTEN
BEDIENING
28