10 versnellIng
Deze auto heeft een mechanische ver-
snelling.
10A Langzame versnelling (bijv. voor
binnen of voor steile hellingen):
Beweeg de hendel voor de versnel-
ling geheel naar links.
10B Snelle versnelling (bijv. voor buiten,
op uitgestrekt, vlak terrein): Beweeg
de hendel van de versnelling geheel
naar rechts.
Let op!: Verander de versnelling niet bij
lopende motor!
12 verWIsselen van de veren
Vooras:
12A Trek de veerstang los van de bovenste houder.
12B Trek de veerstang los van de onderste houder.
12C Draai het onderste en bovenste deel licht t.o.v. elkaar (bajonetsluiting).
Nu kunt u de twee delen uit elkaar trekken en de veer verwisselen.
Ga in omgekeerde volgorde te werk om de veerstang weer te monteren.
Achteras:
12D Trek de wielen los. Trek de veerstang naar achteren los van de onderste houder.
12E Draai de veerstang naar boven tot de aangegeven stand.
12F Trek de veerstang los van de bovenste houder.
12G Draai het onderste en bovenste deel licht t.o.v. elkaar (bajonetsluiting).
Nu kunt u de twee delen uit elkaar trekken en de veer verwisselen.
Ga in omgekeerde volgorde te werk om de veerstang weer te monteren.
aanWIjzIngen voor veIlIg rIjden
ALGEMENE RijTiPS:
• Beweeg de regelaars altijd langzaam en met gevoel.
• Houd altijd de auto in het oog, kijk niet naar de zender!
• De eerste keren dat met de auto wordt gereden, heeft men meestal de neiging de rege-
laars te heftig te bedienen. Zorg ervoor, dat u voldoende ruimte ter beschikking hebt.
• Om een bocht te maken, is het vaak al genoeg om de stuurregelaar een heel klein
beetje in de gewenste richting te draaien.
• Rijtraining: U kunt het best oefenen op een grote, vrije parkeerplaats. Zet daar twee
lege kunststof flessen neer, op een afstand van 5 à 10 meter van elkaar. Probeer met
de auto zo dicht mogelijk om de flessen heen te rijden zonder dat deze omvallen. Ga
nu geleidelijk sneller rijden. Nadat u twee of drie accu's hebt leeggereden, zult u zien
dat u uw auto al duidelijk beter kunt besturen.
Laat na een crash de snelheidsregelaar altijd onmiddellijk los om schade aan de
elektronica te voorkomen.
28
11 WIel verWIsselen
Houd de wielvergrendeling ingedrukt en
trek het het wiel van de as. U kunt nu
een ander wiel plaatsen.
Let er bij het plaatsen van het wiel op,
dat de zeskantige meenemer juist in de
velg komt te steken.
DE GESChikTE RijOMGEViNG:
De plaats waar u met de auto rijdt, moet voldoen aan de volgende criteria:
1. Het moet een plaats zijn met zoveel mogelijk vrije ruimte en zonder storende
hindernissen.
2. Verzeker u er voor het starten in ieder geval van, dat er zich geen mensen en dieren
in de directe nabijheid bevinden.
3. Houd de auto steeds in het oog, zodat deze niet tegen de bestuurder of andere
mensen of tegen dieren aanrijdt en mogelijk letsel toebrengt.
verhelpen van sTorIngen
Probleem: De wielen bewegen niet.
Oorzaak: • De accu is te zwak of leeg.
Oplossing: • Laad de accu op (zie het gedeelte "Opladen van de autoaccu").
Probleem: De zender werkt niet.
Oorzaak: • De zender is uitgeschakeld.
• De batterijen zijn verkeerd geplaatst.
• De batterijen hebben niet voldoende energie meer.
Oplossing: • Schakel de zender en de auto nogmaals in, zoals beschreven.
• Controleer of de batterijen juist zijn geplaatst.
Probleem: De auto kan niet worden bestuurd met de zender.
Oorzaak: • De zender is uitgeschakeld.
• De verbinding tussen zender en auto is verbroken.
Oplossing: • Zet de schakelaar op de zender op "ON".
• Herstel de verbinding tussen auto en zender (zie punt 9).
Probleem: De auto verliest zonder zichtbare oorzaak snelheid tijdens het
rijden en stopt.
Oorzaak: • De accu van de auto is te zwak.
Oplossing: • Laad de accu op (zie het gedeelte "Opladen van de autoaccu").
Probleem: De zender piept en de led knippert.
Oorzaak: • De batterijen in de zender zijn leeg.
Oplossing: • Vervang de batterijen of laad ze op (zie het gedeelte "Opladen van
de autoaccu").
Probleem: De auto staat stil en piept.
Oorzaak: • De accu is leeg.
Oplossing: • Laad de accu op (zie het gedeelte "Opladen van de autoaccu").
Oorzaak: • De zender is uitgeschakeld.
Oplossing: • Schakel de zender in.
Probleem: De versnellingshendel springt terug, de gewenste versnelling wordt
niet ingeschakeld.
Oorzaak: • De tandwielen van de transmissie staan niet in de juiste stand t.o.v. elkaar.
Oplossing: • Zet de auto op de grond, houd de versnellingshendel in de gewenste stand
en rijd de auto langzaam vooruit tot de tandwielen in elkaar grijpen en de
hendel in de juiste stand blijft staan.
Op www.revellutions.de vindt u meer tips en trucs.
servICeaanWIjzIngen
Op www.revellutions.de vindt u alle
bestelmogelijkheden, de onlinegame en nuttige
informatie over alle Revellutions-modellen.
www.revellutions.de
29