BELANGRIJKE MEDEDELING:
• Indien correct gebruikt komt het instrument niet in contact met de laesie of de huid.
• Indien normaal gebruikt is geen onderhoud, reiniging of ontsmetting vereist.
• Reinig nooit de schroefdraad van het voorste deel en achterste deel. De bestaande coating moet worden beschermd.
• Als de applicator de patiënt zou aanraken bij een verkeerd gebruik, kan de applicator worden gereinigd (in een autoclaaf: 134 °C/273 °F
- 4 min. of 121 °C/250 °F – 20 min.) en ontsmet (gebruik een niet-bijtende ontsmettingsoplossing en neem de aanbevelingen van de
fabrikant van de ontsmettingsoplossing in acht met betrekking tot de concentratie en applicatieduur).
• Manipuleer alle onderdelen van CryoPen-instrumenten altijd voorzichtig. Gebruik nooit meer dan een zachte handkracht. Gebruik nooit
een tang of ander gereedschap om het instrument te manipuleren.
• Gebruik alleen patronen en filter/openers die door H&O Equipments nv/sa worden geleverd. Andere patronen en filters/openers zouden
het instrument kunnen beschadigen.
• Een onjuiste plaatsing van de filter/opener in de laadholte veroorzaakt onomkeerbare schade aan het instrument.
• Achtergebleven materiaal in de laadholte tijdens het plaatsen van een nieuwe filter/opener kan leiden tot een storing van het instrument.
• Wanneer het instrument geladen is, staat het onder hoge druk. Elke wijziging aan de bouw van het instrument kan een potentieel risico
inhouden.
• Plaats nooit uw hand op de opening voor het gas aan het uiteinde van het achterste deel terwijl u het patroon verwijdert!
• Alle externe onderdelen kunnen worden afgeveegd met een doek gedrenkt in een niet-corrosieve desinfecterende oplossing. Dompel het
instrument nooit volledig onder in een desinfecterende oplossing.
• De applicatoren moeten uit de buurt van stof worden gehouden en de patronen moeten uit de buurt van hoge temperaturen worden
gehouden (max 50°C/122°F). Laat de dop op de applicator wanneer u deze laatste niet gebruikt.
• De CryoPen moet met zorg worden behandeld. Plaats de CryoPen bij het opbergen van het instrument met een geladen patroon in
het koffertje zodanig dat de knop niet kan worden ingedrukt bij het sluiten van het deksel van het koffertje. Dat zou een ongewenste
gasstroom veroorzaken.
• De CryoPen-instrumenten zijn uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik.
• De N
O-patronen bevatten zowel een vloeibare als een gasvormige fase in evenwicht. De verhouding van elke fase hangt af van de
2
kamertemperatuur die de uitgangsstroom beïnvloedt. De beste prestaties worden bereikt wanneer de temperatuur van het patroon
tussen 19 °C en 22 °C (66 °F en 72 °F) ligt. Lagere en hogere temperaturen geven andere waarden voor de druk en de dichtheid
van het cryogeen. Bij meer dan 25 °C/77 °F zal de hoeveelheid vloeibare N
• Lege patronen moeten worden weggegooid als metaalschroot.
O in de CryoPen-straal afnemen.
2
43