Voorafgaand aan het gebruik
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat de laadconnector (13) is losgekoppeld van het gereedschap alvorens
dit laatste te gebruiken.
WAARSCHUWING: Alvorens wel accessoire dan ook aan te brengen of te vervangen, of alvorens
aanpassingen door te voeren, dient u ervoor te zorgen dat de Voorwaarts/Vergrendeld/Achterwaarts (5) in de
middelste vergrendelpositie is geplaatst waarin verhinder wordt dat de trekkerschakelaar wordt ingedrukt en
het apparaat wordt ingeschakeld.
Instellen van de trekkervergrendeling of van de boor-/
schroefrichting
• De Voorwaarts/Vergrendeld/Achterwaarts-knop (5) is in het bezit van drie posities die een effect hebben op
de trekkerschakelaar (10) en op de rotatierichting van de bithouder (1).
• Om de trekkerschakelaar te vergrendelen, plaatst men de Voorwaarts/Vergrendeld/Achterwaarts-knop in de
middelste positie.
• Druk de Voorwaarts/Vergrendeld/Achterwaarts-knop in de handgreep voor de gewenste rotatierichting van
de bithouder, in wijzerzin of in tegenwijzerzin.
• Controleer de rotatie van de bithouder visueel alvorens de verbinding te maken met de schroef/bevestiger
of het werkstuk.
WAARSCHUWING: Plaats het apparaat steeds in de vergrendelde toestand wanneer u de lamp gebruikt, bits
vervangt, of wanneer het apparaat niet gebruikt wordt.
Controleren van laadniveau van de batterij
• Plaats het apparaat in de voorwaartse of achterwaartse modus en druk de trekkerschakelaar (10) kort in
om het laadniveau zichtbaar te maken op de LED-indicator (LED) (Afbeelding A)
• Als alternatief kunt u de laadconnector (13) verbinden met het laadcontact (7) en de laadstekker (12)/
USB-laadkabel (14) met een voedingspunt om de LED-laadindicator te doen oplichten.
• De LED-laadindicator geeft door middel van drie kleuren het laadniveau aan: groen, geel, en rood
• Indien de drie kleuren zichtbaar zijn, is het gereedschap volledig of nagenoeg volledig opgeladen; indien
enkel geel en rood zichtbaar zijn, is het gereedschap half opgeladen; en indien enkel de rode kleur
zichtbaar is, is de batterij nagenoeg leeg en dient zij opgeladen te worden.
Opmerking: De werking van het gereedschap kan geleidelijk aan achteruitgaan bij het ontladen van de
batterij .
Opladen van de batterij
• De interne batterij van het gereedschap dient opgeladen te worden bij een temperatuuru van 20 °C
(kamertemperatuur).
1. Verbind de laadconnector (13) met het laadcontact (7) en de laadstekker (12)/USB-laadkabel (14) met een
voedingspunt om de LED-laadindicator te doen oplichten.
2. Wanneer de interne natterij van het gereedschap volledig is opgeladen, zal de LED-ladingindicator (3) de
drie kleuren aangeven: rood, geel, en groen
3. Koppel de laadstekker of de USB-kabel los van de voedingsbron, en koppel de ladingconnector los van het
laadpunt.
WAARSCHUWING: Laad het gereedschap niet gedurende langere tijd op wanneer het reeds de volledige
laadtoestand bereikt heeft. indien u dat wel doet, kunt u de interne batterij beschadigen en brandgevaar
veroorzaken.
WAARSCHUWING: de batterij zal tijdens een eventuele opslag geleidelijk aan haar lading verliezen. Berg
de schroevendraaier nooit gedurende langere tijden op in de ontladen toestand. Laad de batterij steeds op
voorafgaand aan een langdurige opslag van het gereedschap.
BELANGRIJK: Indien u de correcte laadprocedure niet volgt bij het opladen van de batterij zal dat aanleiding
geven tot permanente schade. U dient de juiste procedure te volgen.
Wijzigen van de hendelconfiguratie
Voor de rechte hendelconfiguratie
• Deze configuratie is aangewezen voor recht schroeven en voor lampmodus
1. Plaats de trekkerschakelaar (10) ion de vergrendelpositie
2. Houd het gereedschap vast met beide handen (afbeelding B)
3. Druk de hendelinstelknop (4) (afbeelding A) in en begin tegelijkertijd met het verdraaien van de de handel/
handgreep (6) in de opwaartse richting tot het gereedschap recht is en de hendelinstelknop in positie klikt.
Voor pistoolgreepconfiguratie
• Deze configuratie is aangewezen voor gewoon boren/aanbrengen van schroeven
• Volg de bovenstaande procedure maar roteer de hendel/handgreep in de neerwaartse richting,
tegengesteld aan afbeelding B.
Aanbrengen van een schroevendraaierbit
• Plaats het scrhoevendraaierbit van het zeskantige type rechtstreeks in de bithouder (1), of gebruik de
bijkomende bithouder (meegeleverd)
• Om het bit te verwijderen, trekt u de huls op de bithouder (afbeelding C) terug en verwijdert u het bit uit de
bithouder
Aanpassen van de koppelinstelling
• De koppelinstelling (2)voorziet 15 instelposities plus een voorboorpositie
• Verdraai de koppelinstelling naar voorboormodus of naar de gewenste koppelwaarde door het boorsymbool
of het gewenste koppelgetal uit te lijnen met de driehoekige markering (Afbeelding D)
Opmerking: Een klein boorbit met zeskantige schacht (niet meegeleverd) kan gebruikt worden in
voorboormodus om voor te boren bij het aanbrengen van schroeven. Deze modus is bedoeld om in zachthout
en gelijkaardige materialen te boren, maar deze modus mag niet als substituut beschouwd worden voor een
krachtigere snoerloze boormachine. Indien u deze modus gebruikt om in harde materialen te boren, creëert u
te grote spanningen in het gereedschap waardoor dit laatste kan beschadigd worden.
Werking
BELANGRIJK: Zorg ervoor de de batterij volledig is opgeladen voorafgaand aan het gebruik. (Zie "Controleren
van laadniveau van de batterij").
WAARSCHUWING: Plaats de trekkerschakelaar (10) STEEDS in de vergrendelpositie alvorens bits aan
te brengen, te verwijderen, of te vervangen. Dit voorkomt het per ongeluk starten van het gereedschap en
voorkomt persoonlijk letsel.
Opmerking: Het LED-werklicht (11) zal automatisch ingeschakeld worden , elke keer dat de
trekkerschakelaar (10) wordt gebruikt en het gereedschap onder spanning wordt geplaatst. Het werklicht zal
niet ingeschakeld worden wanneer de trekkerschakelaar geblokkeerd is.
Aandrijving:
1. Plaats het gekozen bit in de bithouder (1)
2. Plaats de Voorwaarts/Vergrendeld/Achterwaarts-knop (5) in de voorwaartse of achterwaartse positie.
3. Selecteer de gewenste koppelinstelling
4. Plaats het bit in de sleuf van de schroef op op het verbindingsmiddel en schakel de trekkerschakelaar (10)
in om het apparaat te starten
5. Laat de trekkerschakelaar los wanneer de schroef of het verbindingsmiddel de gewenste diepte heeft
bereikt of uit het werkstuk is verwijderd.
Opmerking: Het verdient de voorkeur dat er wordt voorgeboord wanneer schroeven/bevestigingsmiddelen
worden aangebracht.
WAARSCHUWING: Gebruik de voorboormodus niet om schroeven aan te brengen. Indien u dat wel doet,
kunt u het werkstuk en/of de kop van de schroef of van het bevestigingsmiddel beschadigen en dit maakt
het moeilijk om de schroef of het bevestigingsmiddel opnieuw te verwijderen. Begin met een lagere
koppelinstelling en voer deze op tot het gewenste koppel bereikt is.
15
NL