WAARSCHUWING: Bij een geluidsintensiteit van 85 dB(A) of hoger is het dragen van gehoorbescherming en
het limiteren van de blootstellingstijd vereist. Bij oncomfortabel hoge geluidsniveaus, zelfs met het dragen
van gehoorbescherming, stopt u het gebruik van de machine onmiddellijk. Controleer de pasvorm en het
geluiddempingsniveau van de bescherming.
WAARSCHUWING: Blootstelling aan trilling resulteert mogelijk in gevoelloosheid, tinteling en een vermindert
gripvermogen. Langdurige blootstelling kan leiden tot chronische condities. Limiteer de blootstellingsduur en
draag anti-vibratie handschoenen. Vibratie heeft een grotere invloed op handen met een temperatuur lager dan
een normale, comfortabele temperatuur. Maak gebruik van de informatie in de specificaties voor het bereken van
de gebruiksduur en frequentie van de machine.
Geluids- en trillingsniveaus in de specificaties zijn bepaald in overeenstemming met internationale normen. De
waarden gelden voor een normaal gebruik in normale werkomstandigheden. Een slecht onderhouden, onjuist
samengestelde of onjuist gebruikte machine produceert mogelijk hogere geluids- en trillingsniveaus. www.osha.
europa.eu biedt informatie met betrekking tot geluids- en trillingsniveaus op de werkplek wat mogelijk nuttig is
voor regelmatige gebruikers van machines.
Algemene veiligheid (Powertool Safety)
WAARSCHUWING: Lees alle veiligheidswaarschuwingen, instructies, illustraties, en specificaties
die met dit elektrisch gereedschap meegeleverd werden. Het niet naleven van de onderstaande instructies
kan resulteren in elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel.
Bewaar alle waarschuwingen en instructies voor toekomstig gebruik.
De term "elektrisch gereedschap" in de waarschuwingen verwijst naar uw elektrisch gereedschap dat
op een elektrisch netwerk is aangesloten (met een snoer) of dat met behulp van een batterij wordt gevoed
(snoerloos).
1) Veiligheid werkruimte
a) Houd de werkruimte zuiver en goed verlicht. Rommelige en donkere ruimtes geven dikwijls aanleiding
tot ongelukken.
b) Werk niet met elektrisch gereedschap in explosieve omgevingen, bijvoorbeeld indien er
ontvlambare vloeistoffen, gassen, of stof aanwezig zijn. Elektrisch gereedschap creëert vonken die stof
of dampen kunnen doen ontbranden.
c) Houd kinderen en omstanders uit de buurt wanneer u elektrisch gereedschap gebruikt. Door
afleiding kunt u de controle over het gereedschap verliezen.
2) Elektrische veiligheid
a) De stekkers van het elektrisch gereedschap moeten afgestemd zijn op het stopcontact. Pas de
stekker nooit aan. Gebruik geen adapterstekkers in combinatie met geaard elektrisch gereedschap.
Het gebruik van ongewijzigde stekkers en passende stopcontacten beperkt het risico op elektrische
schokken.
b) Vermijd lichamelijk contact met geaarde oppervlakken zoals buizen, radiatoren, fornuizen en
koelkasten. Het risico op een elektrische schok neemt toe wanneer uw lichaam geaard is.
c) Stel elektrisch gereedschap niet bloot aan regen of aan natte omstandigheden. Water dat elektrisch
gereedschap binnendringt, verhoogt het risico op elektrische schokken.
d) Beschadig het snoer niet. Gebruik het snoer nooit om het elektrisch gereedschap te dragen, voort te
trekken, of om de stekker uit het stopcontact te trekken. Houd het snoer uit de buurt van hitte, olie,
scherpe randen of bewegende delen. Een beschadigd of in de knoop geraakt snoer verhoogt het risico
op elektrische schokken.
e) Wanneer u elektrisch gereedschap buiten gebruikt, maak dan gebruik van een verlengsnoer dat
geschikt is voor gebruik buitenshuis. Gebruik een verlengsnoer dat geschikt is voor gebruik buitenshuis
om het risico op elektrische schokken te beperken.
f) Indien het onvermijdelijk is om elektrisch gereedschap te gebruiken in een vochtige omgeving,
gebruik dan een voeding waarop een aardlekbeveiliging (Residual Current Device - RCD) is
voorzien. Het gebruik van een RCD beperkt het risico op elektrische schokken.
3) Persoonlijke veiligheid
a) Blijf alert, let op wat u doet, en gebruik uw gezond verstand wanneer u elektrisch gereedschap
gebruikt. Gebruik elektrisch gereedschap nooit wanneer u vermoeid bent of onder de de invloed
bent van drugs, alcohol of geneesmiddelen. Onoplettendheid tijdens het gebruik van elektrisch
gereedschap kan aanleiding geven tot ernstig persoonlijk letsel.
b) Gebruik persoonlijke beschermingsuitrusting. Draag steeds oogbescherming. Beschermende
uitrusting, aangepast aan de omstandigheden, zoals een stofmasker, antislip veiligheidsschoenen, een
helm, of gehoorbescherming beperkt het risico op persoonlijk letsel.
c) Zorg ervoor dat het apparaat niet per ongeluk wordt gestart. Zorg ervoor dat de schakelaar in de
uit-stand staat alvorens u de stekker in het stopcontact steekt en/of de batterij aanbrengt, het
gereedschap opneemt of draagt. Het dragen van elektrisch gereedschap met uw vinger op de schakelaar
of het aansluiten van het gereedschap op een voeding wanneer de schakelaar is ingeschakeld, kan
aanleiding geven tot ongelukken.
d) Verwijder alle stel- of moersleutels voordat u het elektrisch gereedschap inschakelt. Een moer- of
stelsleutel die is achtergelaten op of in een roterend onderdeel van het elektrisch gereedschap kan
aanleiding geven tot persoonlijk letsel.
e) Reik niet te ver. Zorg ervoor dat u steeds stabiel staat. en in evenwicht blijft Zo houdt u meer controle
over het elektrisch gereedschap in onverwachte situaties.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen loshangende kleding of sieraden. Houd haren en kleding uit
de buurt van bewegende delen. Loshangende kleding, sieraden en lange haren kunnen gegrepen worden
door bewegende onderdelen.
g) Als er inrichtingen voorzien zijn voor het afvoeren of het verzamelen van stof, zorg er dan voor
dat deze op de correcte wijze aangesloten en gebruikt worden. Het gebruik van inrichtingen voor het
verzamelen van stof kan het risico op brand of op gerelateerde ongelukken beperken.
h) Het is niet omdat u gewend bent om de apparaten regelmatig te gebruiken dat u onoplettend mag
worden en de veiligheidsprincipes van het apparaat mag verwaarlozen. Een onoplettendheid kan in
een fractie van een seconde aanleiding geven tot ernstig letsel.
4) Gebruik en onderhoud van elektrisch gereedschap
a) Forceer elektrisch gereedschap nooit. Gebruik elektrisch gereedschap dat geschikt is voor het werk
dat u wilt uitvoeren. Geschikt elektrisch gereedschap werkt beter en veiliger op een snelheid waarvoor
het werd ontworpen.
b) Gebruik het elektrisch gereedschap niet indien de schakelaar het apparaat niet in- en uitschakelt.
Elektrisch gereedschap dat niet met behulp van de schakelaar kan bediend worden, is gevaarlijk en moet
hersteld worden.
c) Haal de stekker uit het stopcontact en/of verwijder de batterij uit het elektrisch gereedschap
alvorens u instellingen aanpast, accessoires vervangt of het gereedschap opbergt. Dergelijke
voorzorgsmaatregelen verminderen het risico op het per ongeluk starten van het elektrisch gereedschap.
d) Berg elektrisch gereedschap dat niet in gebruik is op buiten het bereik van kinderen, en laat
personen die niet bekend zijn met het elektrisch gereedschap of met deze instructies het elektrisch
gereedschap niet bedienen. Elektrisch gereedschap is gevaarlijk indien het gebruikt wordt door
onervaren gebruikers.
e) Onderhoud elektrische gereedschap en accessoires Controleer een eventuele foutieve uitlijning of
het vastzitten van bewegende delen, eventuele gebroken onderdelen, en welke andere afwijkingen
dan ook die de werking van het elektrisch gereedschap zouden kunnen beïnvloeden. Indien het
elektrisch gereedschap beschadigd is, dient het gerepareerd te worden alvorens u het opnieuw
gebruikt. Vele ongelukken worden veroorzaakt door slecht onderhouden elektrisch gereedschap.
f) Houd snijwerktuigen scherp en schoon. Goed onderhouden snijwerktuigen met scherpe snijranden slaan
minder snel vast en zijn gemakkelijker te bedienen en te controleren.
g) Gebruik het elektrisch gereedschap, accessoires en onderdelen volgens deze instructies en in
overeenstemming met de werkomstandigheden en met het uit te voeren werk. Het gebruik van het
elektrisch gereedschap voor werkzaamheden die verschillen van deze waarvoor het apparaat bedoeld is,
kan aanleiding geven tot gevaarlijke situaties.
h) Houd de grepen droog, schoon, en vrij van olie en vet Gladde handgrepen maken een veilige
manipulatie en controle van het apparaat onmogelijk in onverwachte situaties.
5) Gebruik en onderhoud van gereedschap met batterijen
a) Laad batterijen enkel op met de lader die door de producent wordt gespecificeerd. Een lader die
geschikt is voor een welbepaald type batterij kan een risico creëren op brand wanneer hij gebruikt wordt
met een andere batterij.
b) Gebruik elektrisch gereedschap enkel met specifiek vermelde batterij-eenheden. Het gebruik van
welke andere batterij dan ook kan een risico inhouden en aanleiding geven tot letsel en brand.
c) Wanneer de batterijen niet gebruikt worden, houd ze dan verwijderd van andere metalen
voorwerpen zoals paperclips, munten, sleutels, spijkers, schroeven, of andere kleine metalen
voorwerpen die de batterijklemmen met elkaar zouden kunnen verbinden. Het kortsluiten van de
batterijklemmen kan aanleiding geven tot brandwonden of tot brand.
d) Onder extreme omstandigheden kan vloeistof worden uitgestoten uit de batterij, vermijd het contact
daarmee. Indien er per ongeluk toch contact wordt gemaakt, spoel dan overvloedig met water.
Indien vloeistof in de ogen terechtkomt, roep dan onmiddellijk medische hulp in. Vloeistof uit de
batterij of accu kan irritaties of brandwonden veroorzaken.
e) Gebruik geen batterijen of gereedschappen die beschadigd of gemodificeerd zijn. Beschadigde of
gemodificeerde batterijen kunnen een onvoorspelbaar gedrag vertonen en kunnen aanleiding geven tot
brand, explosie, of risico op lichamelijk letsel
f) Stel batterijen of gereedschappen niet bloot aan vuur of aan buitensporige temperaturen.
Blootstelling aan vuur of aan temperaturen hoger dan 130 °C kan aanleiding geven tot een explosie.
g) Volg de laadinstructies op en laad de batterijen of het gereedschap niet op buiten het
temperatuursbereik dat in de instructies vermeld wordt. Verkeerd opladen of opladen bij temperaturen
buiten het gespecificeerde bereik kan de batterij beschadigen en het risico op brand vergroten.
13
NL