Gebruik
0
15
30
45
6
1
15
5
4
3
2:00
0:15
1:00-2:00
0:45
0:30
1:30-2:30
NL
Reiniging en onderhoud
• Verwijder altijd de stekker uit de contactdoos
voor het begin van de reiniging.
• Let op: Het apparaat nooit onderdompelen in
water of andere vloeistoffen.
• Reinig de buitenzijde van het apparaat met een
zachte doek, bevochtigd met een sopje van mild
reinigingsmiddel. Daarna het apparaat goed af-
drogen.
• Reinig de binnenzijde en de deur met een zachte
doek, bevochtigd met een sopje van mild rein-
igingsmiddel om alle voedselresten en vet te
verwijderen.
20
Roterende tijdcontrole
30
45
2
Na aansluiting aan een contactdoos klinkt de zoe-
mer eenmalig om aan te geven dat de magnetron
klaar is voor gebruik. Open de deur en plaats het
voedsel in de magnetron. Sluit de deur en gebruik
de draaiknop om de gewenste tijd in te stellen. De
magnetron start onmiddellijk. Het vermogen is
vast en is niet instelbaar. Nadat de ingestelde tijd
verstreken is klinkt de zoemer 5 maal om aan te
geven dat het programma voltooid is en stopt de
magnetron met verhitten.
Opmerking: Het vermogen is op een vaste waarde
ingesteld en kan niet worden aangepast. De
bereidingstijd voor verschillende voedingsmiddel-
en onder de draaiknop voor het instellen van de
tijd zijn alleen ter referentie.
Als de deur geopend wordt terwijl de magnetron
in bedrijf is stopt de verhitting direct, nadat de
deur weer gesloten wordt begint de magnetron
een paar seconden later weer met de verhitting.
Tijdens gebruik kan de ingestelde tijd worden
aangepast door de tijdscontrole naar de nieuwe
gewenste stand te draaien. Wanneer de tijdscon-
trole naar "0" wordt gedraaid klinkt de zoemer
meerdere malen om aan te geven dat het pro-
gramma voltooid is en stopt de magnetron met
verhitten.
• Verwijder eventueel gemorst voedsel direct na
gebruik, anders kunnen er ingebrande vlekken
en vieze geuren ontstaan.
• Houd de pakkingen van de deur schoon, reinig
hen regelmatig met een zachte doek, bevochtigd
met een sopje van mild reinigingsmiddel.
• Gebruik nooit bijtende, schurende of agressieve
reinigingsmiddelen. Gebruik geen puntige,
scherpe of schurende voorwerpen. Gebruik
nooit wasbenzine of andere oplosmiddelen.
Reinigen met een vochtige doek en mild reinig-
ingsmiddel waar nodig.