3. Verwijder de schijf (10) van de as (7).
4. Houd de asvergrendelingsknop (1) ingedrukt en
draai de klemmoer (11) stevig vast met behulp
van de sleutel (12).
De zijgreep monteren (Afb. A en G)
• De zijgreep (8) kan in een van de drie aansluit-
punten (6) worden geschroefd.
4. BEDIENING
Verzeker uzelf ervan dat het werkstuk
goed gefixeerd of ondersteund is.
In- en uitschakelen (Afb. B)
• Om de machine in continubedrijf in te schake-
len, schuift u de vergrendeling (5) naar rechts
en de aan/uit-schakelaar (5) in de richting van
de slijpschijf (fig. B1).
• Om de machine uit te schakelen, drukt u het on-
derste deel van de aan/uit-schakelaar (5) in (fig.
B2). Houd de machine weg van het werkstuk als
u de machine in- of uitschakelt. Anders wordt
het werkstuk mogelijk beschadigd door de schijf.
• Klem het werkstuk stevig vast of gebruik een
andere methode om ervoor te zorgen dat het
werkstuk kan bewegen kan komen terwijl u aan
het werk bent.
• Controleer de schijven regelmatig. Versleten
schijven hebben een negatief effect op de effi-
ciëntie van de machine. Vervang een schijf tijdig
door een nieuwe.
Afbramen (Afb. H)
Een schuine hoek van 30
het afbramen het beste resultaat. Beweeg
de machine met een lichte druk heen en
terug. Dit voorkomt dat het werkstuk
ontkleurt of te heet wordt en groeven
worden gevormd.
Gebruik nooit doorslijpschijven om
werkstukken af te bramen!
Doorslijpen (Afb.I)
Voor doorslijpwerkzaamheden moet een
speciale beschermkap worden gebruikt
(niet inbegrepen).
WWW.VONROC.COM
Houd stevig contact met het werkstuk om trillingen
te voorkomen; kantel de machine niet en oefen
geen druk uit terwijl u het werkstuk doorslijpt.
Oefen tijdens het werk een gemiddelde druk uit die
past bij het materiaal waaraan u werkt. Vertraag
schijven niet door een zijwaartse tegendruk uit
te oefenen. De richting waarin u wilt doorslijpen
is belangrijk. De machine moet altijd tegen de
richting van de snede in werken; u mag de machine
dus nooit in tegengestelde richting bewegen! Er
bestaat anders het risico van terugslag waardoor u
de controle over de machine verliest.
Aanwijzingen voor optimaal gebruik
• Klem het werkstuk vast. Gebruik een klemin-
richting voor kleine werkstukken.
• Houd de machine met beide handen vast.
• Schakel de machine in.
• Wacht totdat de machine op volle snelheid is.
• Plaats de slijpschijf op het werkstuk.
• Beweeg de machine langs het werkstuk,
waarbij de slijpschijf stevig tegen het werkstuk
wordt gedrukt.
• Oefen niet te veel druk uit op de machine. Laat
de machine het werk doen.
• Schakel de machine uit en wacht totdat de ma-
chine volledig tot stilstand is gekomen voordat
u de machine neerlegt.
5. ONDERHOUD
tot 40
geeft bij
0
0
Reinig de machinebehuizing regelmatig met een
zachte doek, bij voorkeur iedere keer na gebruik.
Zorg dat de ventilatiesleuven vrij van stof en vuil
zijn. Gebruik bij hardnekkig vuil een zachte doek
bevochtigd met zeepwater. Gebruik geen oplosmid-
delen als benzine, alcohol, ammonia, etc. Dergelij-
ke stoffen beschadigen de kunststof onderdelen.
MILIEU
Schakel, voordat u met de reiniging en het
onderhoud begint, altijd de machine uit en
haal het accupack uit de machine.
Defecte en/of afgedankte elektrische of
elektronische gereedschappen dienen ter
verwerking te worden aangeboden aan een
daarvoor verantwoordelijke instantie.
NL
31