Zekering vervangen
De autoradio beschikt aan de achterzijde over een
10 A zekering die in werking wordt gezet als het tot
spanningspieken of tot een kortsluiting mocht komen.
• Vervang de zekering in dit geval voor een gelijk-
waardig, zoals in de technische gegevens opge-
geven, type met hetzelfde uitschakelkenmerk.
• Stel de oorzaak voor het in werking zetten van
de zekering vast voordat u de autoradio opnieuw
inschakelt.
Problemen oplossen
Het apparaat kan niet ingeschakeld worden
Het ontstekingsmechanisme is niet ingeschakeld.
• Schakel het ontstekingsmechanisme in door de
sleutel te draaien.
Er is een zekering defect.
• Vervang de zekering.
De CD wordt niet geladen of uitgeworpen
Er zit al een CD in de autoradio.
• Verwijder de CD.
De CD is verkeerdom ingelegd.
• Leg de CD met het opschrift naar boven erin.
De CD is vervuild of defect.
• Maak de CD schoon of leg een andere CD in.
De temperaturen in de auto zijn te hoog.
• Wacht totdat de omgevingstemperatuur
genormaliseerd is.
Condensatie op de laserlens
• Zet de autoradio een paar uur uit en probeer
het dan opnieuw.
Geen geluid
Het volume staat op minimum.
• Verhoog het volume.
De snoeren zijn niet correct aangesloten.
• Controleer de snoerverbindingen.
Functietoetsen functioneren niet
Het apparaat heeft een storing.
• Druk op de toets RESET.
Het bediendeel zit niet goed.
• Controleer of het bediendeel correct zit.
De CD springt
De inbouwhoek is groter dan 30°.
• Corrigeer de inbouwhoek.
De CD is erg vuil of defect.
• Maak de CD schoon of leg een andere CD in.
Fouten bij zelfgebrande CD's
Controleer de zelfgebrande CD op een ander
afspeelapparaat.
Radio en/of automatisch opslaan van zenders
functioneert niet
Het antennekabel is niet correct aangesloten.
• Controleer of het antennekabel correct zit.
De signalen van de zender zijn te zwak.
• Stel de zenders handmatig in.
Het zendergeheugen functioneert niet
De aansluiting 6 in het ISO-blok A (continuplus) is
niet correct aangesloten.
• Controleer de snoerverbindingen.
Neem hiertoe het hoofdstuk "Aansluiting"in acht.
Apparaat op USB-aansluiting functioneert niet
De USB-aansluiting is bedoeld voor apparaten die
volgens de USB-norm functioneren. Niet alle appa-
raten die te verkrijgen zijn komen aan deze norm
tegemoet. Mogelijk is een apparaat aangesloten
dat niet volgens de USB-norm functioneert.
• Sluit een apparaat aan dat volgens de USB-
norm functioneert.
- 43 -