Ga als volgt te werk om een geheugen op te roepen:
•
Druk kort op de MEM/FUNC-toets, onmiddellijk gevolgd door kort op de
RFG/M1-toets (om het M1-geheugen op te roepen) of DW M2 (om het
M2-geheugen op te roepen) of M3 AM/FM (om het M3-geheugen op te
roepen) of M4 LOCK ( om M4-geheugen op te roepen).
Om de geheugenmodus te verlaten, drukt u kort op de toets CH UP SCAN
of CH UP SCAN.
Opmerkingen:
1. Wanneer u zich op een bepaald geheugen bevindt (M1, M2, M3 of M4)
kunt u de band, modulatie of afwijking (DW) wijzigen, maar deze informatie
wordt niet opgeslagen.
2. Als u een bepaald geheugen oproept, maar er is geen informatie in dat
geheugen opgeslagen, dan verschijnt het NC-pictogram op het scherm.
3. Om een geheugen te wissen, gaat u naar dat geheugen (bijvoorbeeld door
kort op MEM/FUNC + RFG/M1 te drukken). Druk vervolgens nogmaals
kort op de MEM/FUNC-toets gevolgd door 3 keer kort op de RFG/M1-
toets. Het NC-pictogram (leeg geheugen) verschijnt kort op het scherm.
Het menu
•
Druk lang op de MEM/FUNC-toets om toegang te krijgen tot het
Gebruikershandleiding
128