7.Onderhoud
Dompel de behuizing niet in water of een andere vloeistof. Het
apparaat kan met een vochtige doek worden gereinigd.
Haal voordat u het apparaat reinigt de stekker uit het stopcontact.
Het is van groot belang dat diverse onderdelen zoals de
koffiepadhouder, het zeefelement, de koffiehouder en de onderdelen van
de melkschuimer goed schoon zijn en blijven.
De koffiepadhouder, het zeefelement en de koffiehouder kunt u met een
sopje en een afwasborstel reinigen.
•
Controleer regelmatig of de middelste opening van de
koffiepadhouder (6) vrij is.
•
Reeds bij geringe afzettingen in het zeefelement (114),
verslechtert de kwaliteit van de schuimlaag aanzienlijk. Bij
kalkafzettingen door zeer hard water kan dit reeds het geval
zijn na 100 kopjes koffie. Daarom moet de zeef regelmatig
gereinigd worden. De twee boven elkaar liggende zeven mogen
hierbij niet tegen elkaar worden gedrukt. U kunt koffievet het
beste met een zachte borstel in de handafwas verwijderen of u
kunt de zeven gewoon in de vaatwasmachine doen. Eventuele
kalkafzettingen kunt u verwijderen door de zeven in
ontkalkingsoplossing te leggen en ze daarna goed af te
spoelen.
Het schoonmaken van de melkopschuimer verdient bijzondere zorg!
Spoel de professionele melkopschuimer (23) na gebruik meteen door,
indien u deze niet meteen nog eens wenst te gebruiken. Zie voor de
beschrijving hoofdstuk 6.4.
Daarnaast moeten bij regelmatig gebruik van de melkopschuimer alle
onderdelen apart (20 t/m 24) dagelijks gereinigd worden. Zie
afbeelding 8 en 9
•
Trek de professionele melkopschuimer (19) naar beneden van de
stoomuitlaat (17) af en neem hem uit elkaar.
•
Alle resten laten zich in de vaatwas goed verwijderen met een
zachte borstel. Let wel goed op, dat u geen delen kwijtraakt.
•
Na het drogen monteert u de professionele melkopschuimer (19)
weer, zoals geïllustreerd in de afbeelding
•
Het slangetje (20) is aan één kant v-vormig ingeknipt. Schuif
het niet ingeknipte uiteinde op de slangadapter (21).
•
Schuif de slangadapter (21) volledig in de menger (22). 2 mm
voor de aanslag voelt u een weerstand, die u moet overwinnen.
•
Steek de schuimsproeier (23) op de menger (22).
•
Steek de professionele melkopschuimer (19) vanonder op de
stoomuitlaat (17), totdat beide delen ineensluiten. De
stoomuitlaat herkent u gemakkelijk aan de rode stoomsproeier
(18).
Let op:
Op de slangadapter (21) bevindt zich het luchtkanaal (24), waardoor
lucht wordt bijgemengd om de melk op te schuimen. Dit moet u bijzonder
grondig reinigen. Indien het u ooit niet lukt, de melk op te schuimen,
dan is de oorzaak met zekerheid een verontreinigd of beschadigd
luchtkanaal (24). Zie afbeelding 9.
Stoomuitlaat
Wanneer u geregeld melk opschuimt, moet u stoomsproeier (18) elke
maand reinigen. Uiterlijk
dan, wanneer u vaststelt, dat minder stoom beschikbaar is. Schroef de
rode stoomsproeier (18) uit de stoomuitlaat (17). Gebruik hiertoe de
zeskantsleutel (26), hij bevindt zich aan de onderkant van het
lekbakje (8). Verwijder de kalkresten door de sproeier in
ontkalkingsoplossing te leggen en daarna onder stromend water goed af
te spoelen. Schroef de stoomsproeier (18), na het reinigen, met de
hand tot aan de aanslag in de stoomuitlaat (17), zonder hem met de
zeskantsleutel (26) vast te schroeven. Zie de afbeeldingen 8 en 11