Bediening - EINHELL GC-CS 85 F Instructions D'origine

de onderlaag moet worden geschoven (fig. 7).

6. Bediening

Let op! Voor elke afstelling op het toestel altijd
eerst het toestel uitschakelen en de netstekker uit
het stopcontact verwijderen.
6.1 Scherp te slijpen ketting de geleiderail in
plaatsen (fi g. 10)
Te dien einde de kettingvastzetschroef (6) los-
draaien.
6.2 Scherpslijphoek afstellen volgens de ge-
gevens van uw ketting (fi g. 10)
(normaal tussen 30 en 35°)
•
Vastzetschroef voor het afstellen van de
scherpslijphoek (4) losdraaien.
•
Gewenste scherpslijphoek afstellen aan de
hand van de schaal (3).
•
Vastzetschroef (4) opnieuw aanhalen.
6.3 Kettingstopper afstellen (fi g. 10)
•
Kettingstopper (1) op de ketting klappen.
•
Ketting naar achteren tegen de kettingstop-
per (1) trekken tot die een snijschakel stopt
(fig.16, pos. B). LET OP! Hierbij dient erop te
worden gelet dat de hoek van de gestopte
snijschakel overeenkomt met de scherpslij-
phoek. Als dit niet het geval is, de ketting met
één snijschakel verdertrekken.
•
Slijpkop (10) omlaagklappen tot de slijpschijf
(8) de scherp te slijpen snijschakel raakt. (Te
dien einde kan de ketting met de afstelschro-
ef van de kettingstopper (2) lichtjes naar vor-
en en achteren worden verplaatst).
6.4. Dieptebegrenzing afstellen (fi g. 11 )
•
Slijpkop (10) omlaagklappen en slijpdiepte
afstellen m.b.v. de afstelschroef (7).
LET OP! De slijpdiepte moet worden afge-
steld zodat de volledige snijkant van de snij-
schakel scherp wordt geslepen.
6.5 Ketting vastzetten (fi g. 11/12)
•
Slijpkop omlaagklappen tot tegen de aanslag
en kettingvastzetschroef (6) vastdraaien tot
de ketting niet meer verschuift.
Anl_GC_CS_85_F_SPK7.indb 65 Anl_GC_CS_85_F_SPK7.indb 65
NL
6.6 Schakel slijpen (fi g. 10/15)
LET OP!
•
Gebruik het toestel alleen voor het slijpen
van zaagkettingen. Slijp of snij nooit andere
materialen.
•
Zorg ervoor dat de ketting door omlaagklap-
pen van de slijpkop veilig in de geleiderail ge-
spannen is. Mocht dit niet het geval zijn span
dan de kettingvastzetschroef (6) wat bij.
•
Leid de slijpschijf langzaam langs de zaag-
ketting. Wordt de slijpschijf te snel en met een
ruk in contact gebracht met de zaagketting,
kan schade aan de slijpschijf worden berok-
kend. Wegspringende stukken kunnen letsel
veroorzaken!
•
Toestel met AAN-UIT-schakelaar (9) inscha-
kelen.
•
Slijpschijf (8) met slijpkop (10) voorzichtig
tegen de afgestelde schakel leiden.
•
Toestel met AAN-UIT-schakelaar (9) uitscha-
kelen. Op die manier dient elke tweede scha-
kel van de ketting scherp te worden geslepen.
Klapt u de slijpkop omhoog wordt de ketting
terug losgezet via het bowdenkabelmecha-
nisme. Met de beide leischroeven brengt u de
volgende snijschakel in positie. Om te weten
wanneer elke tweede schakel van de gehele
ketting scherp geslepen is raden wij aan de
eerste schakel te merken (b.v. met krijt). Als
alle snijschakels van de ene kant scherp
zijn geslepen moet de slijphoek op hetzelf-
de graadgetal van de andere kant van de
hoekafstelling worden afgesteld. Daarna kunt
u beginnen (zonder verdere afstellingen te
moeten uitvoeren) de schakels van de andere
kant scherp te slijpen.
6.7 Afstand van de dieptebegrenzer instellen
(fi g. 16/17)
Nadat de ketting helemaal scherp geslepen is
moet erop worden gelet dat de afstand van de
dieptebegrenzers in acht wordt genomen (de
dieptebegrenzers (C) moeten lager zitten dan
de snijschakels (B)). Indien nodig, de dieptebe-
grenzers (C) met een vijl (D) (niet bij de levering
begrepen) conform de gegevens van uw ketting
navijlen. Monteer de ketting voor het navijlen van
de dieptebegrenzers op uw kettingzaag.
- 65 -
12.05.16 07:48 12.05.16 07:48