Bedienings- en controle-elementen
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met
-
brandbare drijfgassen, zoals b.v. butaan,
propaan, pentaan enz. in het apparaat
bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar
aan de op de verpakking vermelde inhouds-
stoffen of een vlammensymbool. Eventueel
ontsnappende gassen kunnen door elektri-
sche componenten vlam vatten.
Alkoholische dranken of andere verpakkingen
-
die alcohol bevatten, mogen uitsluitend goed
afgesloten worden bewaard. Eventueel uittre-
dende alcohol kan door elektrische compo-
nenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun
-
of om te leunen misbruiken. Dit geldt in het
bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
Te lang opgeslagen levensmiddelen niet
-
meer nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid
en pijn:
Langdurig huidcontact met koude opper-
-
vlakken en gekoelde of ingevroren levens-
middelen vermijden of veiligheidsmaatre-
gelen treffen, b.v. handschoenen dragen.
Consumptie-ijs,
met
ijsblokjes niet onmiddellijk en niet te koud
consumeren.
Gevaar voor verwonding en beschadiging:
Hete stoom kan letsel tot gevolg hebben.
-
Voor het ontdooien geen elektrische kachel-
tjes of stoomreinigers, open vuur of ontdoois-
pray gebruiken.
IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
-
Klemgevaar:
Bij het openen en sluiten van de deur niet in
-
het scharnier grijpen. Vingers kunnen inge-
klemd raken.
Neem de specifieke aanwijzingen in de
overige hoofdstukken in acht:
GEVAAR
duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot
gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
WAAR-
duidt een gevaarlijke situatie aan,
SCHUWING
die de dood of ernstig lichamelijk
letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
VOORZICH
duidt een gevaarlijke situatie aan,
TIG
die lichamelijk letsel tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
4
name
waterijs
of
LET OP
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die materiële schade tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
Aanwijzing
geeft aan dat praktische aanwij-
zingen en tips gegeven worden.
3 Bedienings- en controle-
elementen
3.1 Bedienings- en controle-elementen
Fig. 2
(1) Toets On/Off
(2) Temperatuurdisplay
(3) Insteltoets
(4) Toets SuperCool
3.2 Temperatuurdisplay
Bij normale werking wordt aangegeven:
-
de ingestelde koeltemperatuur
De volgende aanduidingen wijzen op een storing. Mogelijke
oorzaken en maatregelen voor het oplossen (zie Storingen).
-
tot
F0
F9
4 In gebruik nemen
4.1 Apparaat inschakelen
u Open de deur.
Fig. 2 (1) indrukken.
u Aan/uit-toets
w Het temperatuurdisplay licht op. Bij het openen
van de deur gaat de binnenverlichting aan. Het
apparaat is ingeschakeld.
w Wanneer op het display „DEMO" wordt aange-
geven, is de demonstratiemodus geactiveerd. U
kunt contact opnemen met de Technische
Dienst.
* afhankelijk van model en uitvoering
(5) Symbool SuperCool
(6) Symbool Menu
(7) Symbool Kinderbeveili-
ging