Nederlands
Gebruik
–
Alleen in de open lucht of in goed
geventileerde ruimtes werken
–
Tijdens de werkzaamheden met
plantenbeschermingsmiddelen niet
eten, roken, inhaleren en drinken
–
Sproeiers en andere kleine
onderdelen nooit met de mond
uitblazen
–
Contact met
plantenbeschermingsmiddelen
voorkomen – met
plantenbeschermingsmiddel
vervuilde kleding direct verwisselen
–
Alleen werken als het windstil is
Een te hoge of te lage druk alsmede
ongunstige weersomstandigheden
kunnen leiden tot een verkeerde
concentratie van het spuitmiddel.
Overdosering kan leiden tot schade aan
planten en milieu. Een te lage dosering
kan leiden tot het uitblijven van
resultaten.
Om schade aan het milieu en planten te
voorkomen, de plantenspuit noot
gebruiken:
–
Met te hoge of te lage druk
–
Bij wind
–
Bij temperaturen boven 25 °C in de
schaduw
–
Bij direct zonlicht
Om schade aan de plantenspuit en
ongelukken te voorkomen, de
plantenspuit nooit gebruiken met:
22
–
Ontvlambare vloeistoffen
–
Etsende en zuurhoudende
middelen
–
Vloeistoffen die warmer zijn dan
50 °C
Opslag
–
Bij een werkonderbreking de
plantenspuit niet blootstellen aan
direct zonlicht en warmtebronnen.
–
Spuitmiddelen nooit langer dan een
dag in het sproeimiddelreservoir
bewaren
–
Spuitmiddelen alleen in hiervoor
goedgekeurde flessen/blikken
opslaan en transporteren
–
Spuitmiddelen niet opslaan in
flessen/blikken bestemd voor
levensmiddelen, drank en
voedermiddelen
–
Spuitmiddelen niet opslaan bij
levensmiddelen, drank en
voedermiddelen
–
Spuitmiddelen uit de buurt houden
van kinderen en dieren
–
De plantenspuit leeg, drukloos en
schoongemaakt opslaan
–
Het spuitmiddel en de plantenspuit
zo opslaan, dat onbevoegden hier
geen toegang toe hebben
–
Het spuitmiddel en de plantenspuit
droog en vorstvrij opslaan
Milieuverantwoord afvoeren
De resten van het spuitmiddel en de
spoelvloeistoffen van de plantenspuit
niet in open water, afvoeren, sloten,
greppels en goten en drainagesystemen
laten stromen.
–
Spuitmiddelresten en gebruikte
reservoirs volgens de plaatselijke
afvalvoorschriften milieubewust
afvoeren
Apparaat transporteren
Bij transport in voertuigen:
–
De plantenspuit tegen kantelen en
beschadiging beveiligen.
–
Het sproeimiddelreservoir moet
leeg en schoon zijn
Apparaat vasthouden en geleiden
De plantenspuit met de rechter- of de
linkerhand op de handgreep
vasthouden.
De plantenspuit recht op houden – kans
op letsel door weglekkend spuitmiddel
Tijdens de werkzaamheden
Nooit in de richting van andere personen
spuiten – kans op letsel!
Let op bij gladheid, regen, sneeuw, ijs,
op hellingen, in oneffen terrein enz. –
kans op uitglijden!
SG 10