gemiddelde gebruik van het product en kunnen
verschillen vanwege de gebruiksfrequentie.
•
Haal bouten en moeren aan voor elk gebruik en vóór
opslag.
•
Reinig en controleer de grasopvangbak, indien
geïnstalleerd, voor en na elk gebruik en voor opslag.
•
Controleer de banden vóór elk gebruik.
•
Maak het product na elk gebruik en voordat u ze
opbergt schoon. Gebruik een schraper om onder het
dek te reinigen.
•
Controleer het mes op beschadigingen en barsten
met intervallen van 25 uur. Vervang de messen
vaker wanneer u op zandigere grond maait.
•
Smeer het product met intervallen van 25 uur.
•
Reinig en laad het accupack na gebruik en na
opslag volledig op. Laad het accupack maximaal 24
uur voor opslag op.
•
Bewaar het accupack niet op de acculader tijdens
opslag. Laad het accupack maximaal 24 uur op.
•
Controleer de aandrijfriem en poelies met intervallen
van 25 uur (indien aanwezig).
Product reinigen
•
Gebruik een borstel om ongewenst materiaal en
gras op het product te verwijderen.
•
Houd ongewenst materiaal van afgewerkte
oppervlakken en wielen.
•
Gebruik een schraper onder het product om de
opbouw van gras en afval te verwijderen.
•
Reinig het product niet met een hogedrukspuit.
•
Spoel water niet rechtstreeks op de elektrische
krachtbron of accucontacten.
•
Wanneer u onder het product reinigt, verwijdert u het
accupack en de veiligheidssleutel en plaatst u het
product op zijn kant met de gebruikerscontrole-
interface omhoog gericht.
OPGELET: Reinig het product nooit met
water, reinigingsmiddelen of oplosmiddelen.
Verwijder ongewenst materiaal aan de
buitenkant van het product met een zachte
borstel of een droge doek die geen metaal
bevat.
De grasopvangbak reinigen
•
Poriën in grasopvangbakken van stof kunnen tijdens
bedrijf worden gevuld met vuil en stof. Dit zorgt
ervoor dat de grasopvangbak minder gras verzamelt.
Spuit de grasopvangbak regelmatig af om dit te
voorkomen en laat deze opdrogen vóór gebruik.
•
Controleer de grasopvangbak regelmatig op slijtage
of veroudering. Vervang indien nodig.
Het achterluik inspecteren
Het luik aan de achterzijde is bevestigd tussen de
achterwielen van het product. Het luik vermindert de
851 - 003 - 23.10.2018
kans dat objecten kunnen worden uitgeworpen in de
richting van de maaipositie van de gebruiker.
1. Verzeker u ervan dat het achterluik niet beschadigd
is.
2. Controleer het luik aan de achterzijde op defecten
die het luik met kracht sluiten, inclusief barsten of
gebroken veren.
3. Vervang het achterluik of de veren als deze
beschadigd zijn.
Het mes slijpen en balanceren
Voor de beste resultaten houdt u het mes scherp.
Vervang een verbogen of beschadigd mes.
OPGELET: Gebruik handschoenen en/of
wikkel het mes in een zware doek om
schade aan uw handen te voorkomen.
1. Slijp het mes met een vijl of op een slijpwiel. Slijp het
mes niet wanneer het op het product is
geïnstalleerd.
OPGELET: Wij raden u niet aan het mes
te slijpen. Doet u dit wel, zorg dan dat
het mes uitgebalanceerd is. Een mes dat
niet gebalanceerd is kan schade aan het
product of de motor veroorzaken.
2. Zet een rechte spijker in een stuk hout of een muur.
Zorg dat u 2 tot 3 cm van de spijker kunt zien.
3. Plaats het middelste gat van het mes op de kop van
de spijker. Als het mes uitgebalanceerd is, moet het
in horizontale positie blijven. Slijp als een kant van
het mes naar beneden beweegt het zware uiteinde
totdat het mes uitgebalanceerd is.
Mes vervangen
1. Zet het mes vast met een houten blok.(Fig. 45 )
2. Verwijder de mesbout.
3. Verwijder het mes.
4. Controleer de messteun en de mesbout om te zien
of er schade is.
5. Controleer de motoras om te controleren of deze niet
is verbogen.
6. Wanneer u het nieuwe mes bevestigt, richt dan de
gebogen uiteinden van het mes naar de kap van het
maaidek.(Fig. 46 )
7. Controleer of het mes is uitgelijnd met het midden
van de motoras.
8. Zet het mes vast met een houten blok. Bevestig de
veerring en draai de bout en ring vast met een
aanhaalmoment van 20 Nm.(Fig. 47 )
9. Draai het mes met de hand rond en controleer of het
vrij draait.
189