13. Verhelpen van storingen
U heeft met deze endoscoop een product aangeschaft dat volgens de nieuwste stand der
techniek is ontwikkeld en veilig is in het gebruik. Toch kunnen zich problemen of storingen
voordoen. Daarom wordt hieronder beschreven hoe eventuele storingen kunnen worden
verholpen.
De endoscoop werkt niet, het scherm geeft niets weer:
• Evt. zijn de batterijen leeg. Open de klep van het batterijvak zoals beschreven onder
hoofdstuk 8. a). Controleer de batterijen in de zender en vervang deze eventueel.
Na het inschakelen wordt de voorbeeldmodus niet weergegeven. U ziet nu een zwart scherm:
• Controleer of uw endoscoopcamera correct aan het endoscoop-basisapparaat is aangesloten.
• Schakel de endoscoop uit, wacht een paar seconden en schakel het vervolgens opnieuw in.
Er kunnen geen foto's of video's worden opgenomen:
• Controleer of de micro-SD-kaart correct is geïnstalleerd.
• Evtl. is de micro-SD-kaart vol. Controleer dit door de endoscoop ofwel via USB aan een
computer aan te sluiten of de geheugenkaart met uw kaartlezer controleren. Wis eventueel
enkele opnames.
• Evtl. is de partitie van de micro-SD-kaart beschadigd. Formatteer de kaart met behulp van uw
computer of de overeenkomstige menufunctie (hoofdstuk 9 d).
• Evtl. is de micro-SD-kaart defect. Controleer de endoscoop met behulp van een andere
micro-SD-kaart.
95