Inleiding
Om van uw nieuwe automatische universele acculader zo
lang mogelijk plezier te hebben, bevelen wij u aan de
gebruiksaanwijzing en de bijgesloten veiligheidsinstructie
voor het in bedrijf stellen zorgvuldig te lezen. Verder wordt
aanbevolen de gebruiksaanwijzing te bewaren voor het
geval dat de functies van het apparaat later nogmaals in
het geheugen ververst moeten worden. In het kader van
een continue productontwikkeling behouden wij ons het
recht voor technische wijzigingen aan te brengen.
Dit document betreft de originele gebruiksaanwijzing.
Beschrijving van het apparaat
De automatische acculader wordt door een
microprocessor bestuurd; waardoor de laadtijd ca. 3 uur is.
In stand 1 laadt de accu met een ongeveer constante
stroom op tot ca. 85%. In stand 2 laadt een constante
spanning op tot ca. 95 %. Stand 3 houdt de accuspanning
constant waardoor de accu volgeladen blijft.
ACCUSPANNING
GAB 15A (afb. A)
1.
Draagbeugel
2.
Bedieningspaneel
3.
Laadtang zwart (-)
4.
Laadtang rood (+)
5.
Contactdoos 12Vdc
GAB 8A (afb. A)
1.
Draagbeugel
2.
Bedieningspaneel
3.
Laadtang zwart (-)
4.
Laadtang rood (+)
5.
Netsnoer
Bedieningselementen GAB 15A (afb. B)
1.
LED indicatie voor spanning
De LED is aan, als het apparaat in de stand-by
modus is of als op de drukknop 2/8/10/15A
wordt gedrukt.
2.
Drukschakelaar voor het instellen van de
laadstroom
Het apparaat laadt één seconde na het drukken
met de overeenkomstige laadstroom,
aangegeven op de display.
3.
Drukschakelaar voor AAN/UIT
Houd de drukknop tenminste 1 seconde
ingedrukt om het apparaat in te schakelen, de
display knippert "000"; nu loopt de stand-by
modus.
4.
Drukschakelaar voor 12Vdc uitgang.
AAN/UIT met LED indicatie
Door hierop tijdens de stand-by modus te
drukken wordt de 12Vdc contactdoos aan de
achterkant van het apparaat geactiveerd, bij het
LAADSTROOM
2/8/10/15A
opnieuw drukken komt de acculader in de stand-
by modus terug.
5.
Drukschakelaar voor actuele accuspanning
Als de drukschakelaar ingedrukt wordt geeft het
apparaat 3 seconden lang in de stand-by modus
of tijdens het laden de actuele accuspanning
aan.
6.
LED indicatie "Accu vol geladen"
7.
LED indicatie "Accu wordt geladen"
8.
LED indicatie voor "Foutmelding"
9.
LED display met drie cijfers/letters
Beschrijving zie de tabel
10.
LED indicatie voor stroom
De LED is aan als het apparaat laadt of de
12Vdc contactdoos geactiveerd is.
11.
LED indicatie voor accutype WET
12.
LED indicatie voor accutype AGM
13.
LED indicatie voor accutype GEL
LED display
Betekenis
Stand-by modus.
Controleer de accu.
Tijdens het laden of
in de stand-by
modus wordt de
accuspanning
aangegeven. Bij
voorbeeld:13.8 volt.
1. Laadstroom wordt
aangegeven (bijv.
5.8 amp).
2. Afgenomen
stroom aan de
12Vdc contactdoos
wordt aangegeven.
1. Accupool niet
aangeklemd.
2. Kortsluiting
Aansluitingen
verwisseld
(omgepoold).
1. Accu is sterk
ontladen.
2. Accucel defect.
3. 3.6V accu is
aangesloten.
1. Cellensluiting van
de accu.
2. Er werd een niet
passende
laadstroom
gekozen.
Een accuklem is
losgeraakt, het
apparaat schakelt
uit en een
waarschuwingssign
aal wordt
33
Oplossen van
problemen
1. Klem de
accupool vast.
2. Accu defect.
Uitschakelen en
netstekker
uitnemen, dan
correct aansluiten.
Uitschakelen en
netstekker
uitnemen, accu
verwijderen
(defect).
Met andere
laadstroom testen;
als de fout blijft
bestaan, is
mogelijk de accu
defect.
Aansluiting
controleren en
laadstroom
opnieuw kiezen.