Installatievoorwaarden; Transport En Uitpakken; Installatie Van De Comfocool Q600 - Zehnder ComfoCool Q600 Manuel De L'installateur

2 Installatievoorwaarden

■ Het toestel moet worden geïnstalleerd in een
vorstvrije ruimte met klimaatzone zone N (16-32°C).
■ Het ventilatietoestel moet op een onderstel worden
geplaatst (zie onder servicedelen) dat op een stabiele
vloer staat.
Plaatsing op een aan de wand
gemonteerd ventilatietoestel is om
veiligheidsredenen NIET toegestaan.
■ In de ruimte moet aanwezig zijn:
luchtkanaalconnectoren Ø180 mm, elektrische
connector 230 V met voldoende capaciteit en
voorzieningen voor condensafvoer.
■ De dakventilatoren moeten lucht- en dampdicht
worden afgewerkt.
■ Alle toe- en afvoerkanalen moeten dampdicht worden
geïsoleerd. Dit om condensvorming aan de binnen-
of buitenzijde van de kanalen te voorkomen en de
efficiëntie van de koeling te verbeteren.
■ Eventueel condensaat in het luchtafvoerkanaal moet
afgevoerd kunnen worden in de richting van het
toestel.
■ Het condensaat moet vorstvrij, onder afschot en via
een sifon worden afgevoerd.
■ Sluit NOOIT een afzuigkap met motor op dit systeem
aan.
■ Wij adviseren het toestel te voorzien van
geluiddempers, zowel op de toevoer- als de
retourleiding. Neem voor meer informatie contact op
met Zehnder.
■ De plaats van de installatie moet zodanig worden
gekozen dat rondom het toestel voldoende ruimte is
voor luchtconnectoren, toe- en afvoerleidingen en het
uitvoeren van installatiewerkzaamheden. Houdt vóór
het toestel een ruimte van minimaal 1 meter vrij. Houd
aan de kant van de condensafvoer minimaal 250 mm
vrij.
■ De hoogte moet minimaal 185 cm zijn,
vermeerderd met de benodigde hoogte voor de
kanaalconnectoren.

3 Transport en uitpakken

Ga voorzichtig te werk bij het transporteren en uitpakken
van het toestel. Transporteer het toestel altijd rechtop.
Houd het toestel rechtop tijdens het uitpakken.
Zorg ervoor dat het verpakkingsmateriaal op een
milieuvriendelijke manier wordt afgevoerd.
Controle levering
Neem direct contact op met de leverancier als u
beschadigingen constateert of als de levering niet
compleet is. Behalve het toestel behoren tot de levering:
■ 2 adapterplaten uit hoogwaardig
polypropyleenschuim;
■ 4 rubberen afdichtringen;
■ Voedingskabel;
■ Datakabel voor gegevensuitwisseling met het
ventilatietoestel;
■ Handleiding;
■ Kunststof voorplaat;
■ 2 schroeven (torx 30) voor kunststof voorplaat;
Het ventilatietoestel wordt geleverd in een linker versie
(type L) en een rechter versie (type R). Controleer
of de aanduiding op het typeplaatje van het toestel
overeenkomt met de aanduiding in de software.

4 Installatie van de ComfoCool Q600

Het toestel moet bovenop het ventilatietoestel worden
gemonteerd. Het ventilatietoestel moet worden
geplaatst op een onderstel dat waterpas staat op een
stevige vloer. Hieronder worden de montagestappen
beschreven:
1. Zet het onderstel in elkaar volgens de meegeleverde
instructie. Plaats het vervolgens op de vloer en
stel het bovenvlak waterpas door middel van de
stelvoetjes.
2. Plaats het ventilatietoestel op het onderstel.
3. Verwijder de beschermingshoezen van het
ventilatietoestel.
4. Monteer de twee adapterplaten over de spie-
openingen van het ventilatietoestel. Controleer
of de metalen beugel naar de voorkant van het
ventilatietoestel wijst. Het adapterblok met een "L"
moet aan de linkerkant van het ventilatietoestel
worden geplaatst. Het adapterblok met een "R" moet
aan de rechterkant van het ventilatietoestel worden
geplaatst.
5. Plaats de vier rubber afdichtingringen over de spie-
openingen. Controleer of de ringen de spie en de
adapterplaten goed afdichten.
6. Sluit de datakabel aan op een vrije ComfoNet plug-in
connector op het ventilatietoestel.
a. 12 Vdc: Rood
b. GND: Zwart
c. CAN_H: Geel
d. CAN_L: Wit
7. Leg de kabel door de kabelgeleider van het
ventilatietoestel.
5 - NL