Bereiding van rijst en pasta
Rijst:
Gebruik een grote ovenvaste glazen schaal met deksel. Rijst verdubbelt in
omvang tijdens de bereiding. Afgedekt bereiden.
Na de bereiding en voor het nagaren goed doorroeren en zout of kruiden
en boter toevoegen.
Opmerking: de rijst heeft aan het einde van de bereidingstijd mogelijk niet
alle water opgenomen.
Pasta:
Gebruik een grote ovenvaste glazen schaal. Kokend water en een snufje
zout toevoegen en goed doorroeren. Onafgedekt bereiden.
Tijdens en na de bereiding af en toe doorroeren. Tijdens de nagaartijd
afdekken en na afloop goed afgieten.
Voedsel
Portie
Witte rijst
250 gr.
375 gr.
(snelkook)
Instructies
Voeg 500 ml koud water toe (250 gr.). Voeg 750 ml koud water
toe (375 gr.).
5 minuten laten staan.
Bruine rijst
250 gr.
375 gr.
(snelkook)
Instructies
Voeg 500 ml koud water toe (250 gr.). Voeg 750 ml koud water
toe (375 gr.).
5 minuten laten staan.
Gemengde rijst
250 gr.
(witte/bruine rijst
Instructies
+ wilde rijst)
Voeg 500 ml koud water toe. 5 minuten laten staan.
Gemengde
250 gr.
granen
Instructies
(rijst + graan)
Voeg 400 ml koud water toe. 5 minuten laten staan.
Pasta
250 gr.
Instructies
Voeg 1000 ml kokend water toe. 5 minuten laten staan.
MG28H5125NK_EF_DE68-04245R_00_NL.indd 29
Aan/uit
Tijd (min.)
900 W
15-16
17½-18½
900 W
20-21
22-23
900 W
16-17
900 W
17-18
900 W
10-11
Nederlands - 29
OPWARMEN
Met de magnetron kunt u gerechten opwarmen in een fractie van de tijd die u nodig hebt
bij een gewone oven of kookplaat.
Gebruik de vermogensstanden en opwarmtijden uit de volgende tabel als richtlijn. Bij de
tijden in de tabel is uitgegaan van vloeistoffen met een kamertemperatuur van +18 tot
+20 °C of gekoeld voedsel met een koelkasttemperatuur van +5 tot +7 °C.
Plaatsen en afdekken
Warm liever geen grote stukken voedsel op, zoals braadstuk. Deze hebben de neiging aan
de buitenkant te gaar te worden en uit te drogen voordat de binnenkant goed heet wordt.
Het opwarmen van kleinere stukken gaat beter.
Vermogensstanden en doorroeren
Sommige gerechten kunnen worden opgewarmd bij een vermogen van 900 W, terwijl u
voor andere een vermogen van 600 W, 450 W of zelfs 300 W moet gebruiken.
Zie de tabel voor meer informatie. U kunt doorgaans beter een lager vermogen gebruiken
voor delicate gerechten, grote hoeveelheden en gerechten die snel warm worden (zoals
pasteitjes).
Voor het beste resultaat het gerecht tijdens het opwarmen doorroeren of omkeren. Zo
mogelijk voor het serveren nogmaals doorroeren.
Wees extra voorzichtig bij het verwarmen van vloeistoffen en babyvoeding. Om te
voorkomen dat vloeistoffen buiten de magnetron alsnog plotseling aan de kook raken
en naar buiten spatten, moet u het gerecht voor, tijdens en na het verwarmen goed
doorroeren. Laat de vloeistoffen tijdens het nagaren in de oven staan. Het is aan te raden
een plastic lepel of glazen staafje in de vloeistof te zetten. Vermijd oververhitting van het
gerecht.
Het is beter een kortere bereidingstijd in te stellen en deze zo nodig te verlengen.
Opwarm- en nagaartijden
Wanneer u voor het eerst een gerecht opwarmt, is het handig om de door u gebruikte
bereidingstijd te noteren.
Controleer altijd of het gerecht door en door verwarmd is.
Laat het gerecht na het opwarmen altijd even nagaren, zodat de warmte zich gelijkmatig
over het gerecht kan verdelen.
De aanbevolen nagaartijd na het opwarmen is 2-4 minuten, tenzij in de tabel een andere
tijd wordt aanbevolen.
Wees extra voorzichtig bij het verwarmen van vloeistoffen en babyvoeding. Zie ook het
gedeelte met de veiligheidsvoorschriften.
VLOEISTOFFEN OPWARMEN
Altijd een nagaartijd van ten minste 20 seconden aanhouden nadat de oven is
uitgeschakeld, zodat de warmte zich kan verdelen. Roer zo nodig tijdens het verwarmen
en roer ALTIJD na het verwarmen. Om te voorkomen dat vloeistoffen na beëindiging van
het bereidingsproces alsnog overkoken en mogelijk brandwonden veroorzaken, kunt u
een plastic lepel of glazen staafje in de vloeistof zetten en deze voor, tijdens en na het
verwarmen doorroeren.
2013-12-16
7:42:23