Inzetgereedschap wisselen
Trek vóór werkzaamheden aan het elektrische gereed-
u
schap altijd de stekker uit het stopcontact.
Let er bij het aanbrengen van een inzetgereedschap
u
op dat het stevig op de gereedschapopname zit. Als
het inzetgereedschap niet stevig met de gereedschapop-
name is verbonden, kan het losraken en niet meer onder
controle worden gehouden.
– Schuif het inzetgereedschap (1) op het vierkant van de
gereedschapopname (2).
Gebruik
Werking
De gereedschapopname (2) met het inzetgereedschap
wordt door een elektromotor via een transmissie en slagme-
chanisme aangedreven.
Het proces is in twee fasen verdeeld:
schroeven en vastdraaien (slagmechanisme in actie).
Het slagmechanisme wordt actief zodra de schroefverbin-
ding vast komt te zitten en de motor daardoor wordt belast.
Het slagmechanisme zet daarmee de kracht van de motor in
gelijkmatige draaislagen om. Bij het losdraaien van schroe-
ven of moeren verloopt dit proces omgekeerd.
Overbelasting van de motor is niet mogelijk, omdat het slag-
mechanisme bij het bereiken van de nominale belasting
wordt losgekoppeld.
Ingebruikname
Let op de netspanning! De spanning van de stroom-
u
bron moet overeenkomen met de gegevens op het ty-
peplaatje van het elektrische gereedschap. Met 230 V
aangeduide elektrische gereedschappen kunnen ook
met 220 V worden gebruikt.
Draairichting instellen (zie afbeelding A)
Met de draairichtingschakelaar (7) kunt u de draairichting
van het elektrische gereedschap veranderen. Bij ingedrukte
aan/uit-schakelaar (5) is dit echter niet mogelijk.
– Rechtsdraaien:
Druk de draairichtingschakelaar (7) naar rechts
tot aan de aanslag door.
– Linksdraaien:
Druk de draairichtingschakelaar (7) naar links
tot aan de aanslag door.
In- en uitschakelen
Voor de ingebruikname drukt u op de aan/uit-schakelaar
(5) en houdt u deze ingedrukt.
Voor het uitschakelen laat u de aan/uit-schakelaar (5) los.
Toerental instellen
U kunt het toerental van het ingeschakelde elektrische ge-
reedschap traploos regelen naarmate u de aan/uit-schake-
laar (5) indrukt.
Bosch Power Tools
Lichte druk op de aan/uit-schakelaar (5) heeft een laag toe-
rental tot gevolg. Met toenemende druk wordt het toerental
hoger.
Toerental vooraf instellen
Met het stelwiel toerentalinstelling (6) kunt u het noodzake-
lijke toerental ook tijdens werking instellen.
Aanwijzingen voor werkzaamheden
Trek vóór werkzaamheden aan het elektrische gereed-
u
schap altijd de stekker uit het stopcontact.
Plaats het elektrische gereedschap alleen uitgescha-
u
keld op de moer/schroef. Draaiende inzetgereedschap-
pen kunnen wegglijden.
Het draaimoment is afhankelijk van de slagduur. Het maxi-
maal bereikte draaimoment resulteert uit de som van alle
door slagen veroorzaakte afzonderlijke draaimomenten. Het
maximale draaimoment wordt na een slagduur van 3-5 se-
conden bereikt. Na deze tijd wordt het aandraaimoment nog
slechts minimaal verhoogd.
Het machinehuis wordt echter voelbaar warm.
Aanwijzing: De gevolgen van een overmatige verwarming
zijn een hoge slijtage bij alle delen van het slagmechanisme
en een hoog smeermiddelverbruik.
De slagduur moet voor elk benodigd aandraaimoment wor-
den bepaald. Het feitelijk bereikte aandraaimoment moet al-
tijd met een momentsleutel worden gecontroleerd.
Schroefverbindingen met harde, verende of zachte be-
vestiging
Als bij wijze van proef de in een reeks van slagen bereikte
draaimomenten gemeten en naar een diagram overgebracht
worden, dan verkrijgt men de curve van een draaimoment-
verloop. De hoogte van de curve komt overeen met het maxi-
maal te bereiken draaimoment. De steilheid geeft aan in wel-
ke tijd dit bereikt wordt.
Het draaimomentverloop hangt van de volgende factoren af:
– sterkte van de schroeven en moeren
– soort ondergrond (ring, schotelveer, afdichting)
– sterkte van het te schroeven materiaal
– smeeromstandigheden van de schroefverbinding
Daaruit resulteren de volgende toepassingsgevallen:
– Harde bevestiging, hiervan is sprake bij schroefverbin-
dingen van metaal op metaal bij gebruik van onderlegrin-
gen. Na een relatief korte slagtijd is het maximale draai-
moment bereikt (steil verloop van de karakteristiek). Een
onnodig lange slagtijd schaadt de machine slechts.
– Verende bevestiging, hiervan is sprake bij schroefver-
bindingen van metaal op metaal, echter bij gebruik van
veerringen, schotelveren, steunbouten of schroeven/
moeren met conische bevestiging evenals bij het gebruik
van verlengstukken.
– Zachte bevestiging, hiervan is sprake bij schroefverbin-
dingen van bijv. metaal op hout of bij gebruik van lood- of
fiberringen als ondergrond.
Bij verende of zachte bevestiging is het maximale aandraai-
moment geringer dan bij harde bevestiging. Bovendien is
een duidelijk langere slagtijd nodig.
Nederlands | 35
1 609 92A 4PT | (26.10.2018)