Het gascircuit aansluiten op de aardgasbron
•
Houd een geschikte kruisschroevendraaier, verstelbare
sleutels, tangen en moersleutels bij de hand. Vóór het
monteren, zorg ervoor dat alle beschermende verpak-
kingsmaterialen zijn verwijderd. De flexibele gasslang
(1763-1) en klemmen (indien nodig) worden meegeleverd
met dit toestel en moeten worden gebruikt volgens de
geldende nationale voorschriften. U moet één gasregelaar
en één gastank kopen. De gasregelaar moet worden
ingesteld op basis van de specifieke gascategorie (zie
pagina 2) en specificatie van het juiste gasverbruik (g/
u). Aardgasbron moet standaard type zijn. Vervanging
moet zoals gespecificeerd in hoofdstuk "Gaseisen" van
deze handleiding. Wees voorzichtig: knik niet de flexibele
rubberen gaspijp van het gascircuit. Als de pijphouder niet
wordt meegeleverd, zal de schroefdraad van de gasin-
laataansluiting in overeenstemming zijn met de normen
ISO 7-1 of ISO 228-1, volgens de nationale voorschriften
van het land van bestemming.
•
Vóór het monteren, zorg ervoor dat de gasknop van het
toestel naar "UIT" is gedraaid.
•
Sluit de regelaar aan op de slang van het toestel.
NEDERLANDS
Ontstekingsinstructies van de kachel
•
Scherm het toestel af tegen wind tijdens het
aansteken en gebruik. Kenmerken van propaan:
•
DE KACHEL AANSTEKEN
•
1. Draai het ventiel op de gastank open.
•
2. Trek de rode draad omlaag en een "klik" zal
worden gehoord en houd de draad voor 10 seconden
vast. De tegels moeten rood worden. Laat de draad
los.
•
3. Als de brander niet ontsteekt, draai het ventiel op
de gastank dicht. Wacht ten minste 5 minuten voor
het gas te verdrijven en probeer vervolgens opnieuw.
Als uw kachel nog steeds niet wil branden, draai het
gas UIT. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing "Aan-
steken van uw kachel met behulp van een lucifer" en
"Problemen oplossen" voor meer informatie.
•
DE KACHEL UITZETTEN
•
1. Trek de zwarte draad omlaag tot een "klik" wordt
gehoord en laat vervolgens los. De tegels moeten
van rood naar zwart veranderen.
•
2. Als de kachel niet uitschakelt, herhaal stap één.
•
3. Draai de gastoevoer dicht.
•
Wanneer de kachel niet in gebruik is, draai het
ventiel bij de gastank dicht.
16
Controleren op gaslekken
Test nooit op lekkage met een open vlam. Vooraf-
gaand aan het eerste gebruik, aan het begin van
elk nieuw seizoen, of telkens wanneer u uw gastank
vervangt, moet u op gaslekken controleren. Volg
deze 3 stappen:
1.
Maak een zeepoplossing door één deel
vloeibaar wasmiddel en vier delen water te
mengen.
4 delen water
1 deel vloeibaar
wasmiddel
2.
Trek de zwarte draad omlaag totdat een "klik"
wordt gehoord en laat vervolgens los, draai
vervolgens het ventiel open op de gastank.
AANZETTEN (rood)
UITZETTEN (zwart)
3.
Breng de zeepoplossing op alle gasaanslui-
tingen aan. Als bellen in de zeepoplossing
verschijnen, dan zijn de aansluitingen niet
goed afgesloten. Controleer elke aansluiting
en draai deze aan of repareer zo nodig.
4.
Indien nodig vervang de pakking (volgens NL
549 klasse B2) of materiaal gebruikt om de
dichtheid te garanderen (volgens NL 751-1
klasse I)
NG/LPG
NG