4. Haal de ventilator van de "J-haak", plaats de ventilator over de twee schroeven
en draai de schroeven stevig vast (T).
5. Plaats de twee schroeven
6. Borg de neerwaartse stang zoals aangegeven in figuur U.
De ventilator is nu op de juiste manier gemonteerd. U kunt nu in uw meterkast de stroom weer inschakelen.
GEBRUIK - Bediening
De ventilator heeft 3 snelheden:
snel, gemiddeld en langzaam.
1. Trek aan het koord.
De ventilator start in de hoogste snelheid.
2. Trek nogmaals aan het koord.
De ventilator zal overgaan naar gemiddeld.
3. Trek nogmaals aan het koord.
De ventilator zal overgaan naar langzaam.
4. Trek nogmaals aan het koord.
De ventilator zal stoppen.
GEBRUIK - Zomer- en winterstand
De ventilator is uitgerust met een zomer- en
winterstand: in de zomerstand blaast de ven-
tilator lucht direct naar beneden voor een koele
bries, terwijl lucht in de winterstand door de
ruimte wordt gecirculeerd, bijvoorbeeld om de
warmte van uw verwarming door de ruimte te
verspreiden.
1. Schakel de schakelaar naar beneden om
de zomerstand in te schakelen.
2. Schakel de schakelaar omhoog om de
winterstand in te schakelen.
terug in de montageplaat en draai ook deze stevig vast (T).
2
U
27
NL
in de montageplaat
1