NL
Wanneer u zeer lange werkstukken zaagt, moet
u onder het vrije uiteinde een extra steun zetten
zodat het werkstuk goed is ondersteund.
Het werkstuk vastklemmen (Afb. H)
Werkstukken moeten altijd goed worden vastge-
klemd. De werkstukklem (21) kan ter ondersteu-
ning aan de linker- en aan de rechterkant worden
geplaatst. Dat doet u als volgt:
1. Zorg ervoor dat het werkstuk stevig tegen de
langsgeleiding (9) wordt geklemd;
2. Steek de meegeleverde werkstukklem (21) in
één van de gaten die hiervoor zijn bedoeld, zoals
u kunt zien in afbeelding H;
3. Stel de stang met schroefdraad van de werk-
stukklem (21) af op de hoogte van het werkstuk;
4. Zet de stang met schroefdraad van de werkstuk-
klem (21) stevig vast zodat het werkstuk op z'n
plaats zit.
U kunt het werkstuk losmaken door gewoon de
stang met schroefdraad van de werkstukklem (21)
los te maken.
U kunt met de knop voor de werkstukklem (44) snel-
ler de hoogte van de werkstukklem (21) aanpassen.
Zet, na het afstellen van de hoogte altijd de stang
met schroefdraad van de werkstukklem (21) stevig
vast zodat het werkstuk op z'n plaats bevestigd is.
Het werkstuk afstellen (Afb. H)
Stel altijd de langsgeleiding af op een
bepaald type zaagsnede.
Wanneer u in verstek en/of onder een schuine
hoek zaagt, moet u de verstelbare langsgeleiding
(7) verplaatsen afhankelijk van de zaagrichting. Op
deze wijze wordt onder alle omstandigheden het
werkstuk altijd goed ondersteund door de langsge-
leiding. Dat doet u als volgt:
1. Draai de vergrendelbout voor de verstelbare
langsgeleiding (35) los;
2. Stel de langsgeleiding af op de gewenste
langsgeleiding. Voor zaagsneden in verstek of
rechte zaagsneden moet de langsgeleiding naar
binnen worden verplaatst naar het zaagblad
(max. 8 mm), maar de langsgeleiding mag het
zaagblad niet raken. Voor schuine zaagsneden
moet de langsgeleiding naar buiten worden
verplaatst van het zaagblad (max. 8 mm), maar
de langsgeleiding mag het zaagblad niet raken;
42
3. Draai de vergrendelbout voor de verstelbare
langsgeleiding (35) vast;
4. Zorg ervoor dat het zaagblad niet in aanraking
komt met de verstelbare langsgeleiding (35),
u kunt het beste het zaagblad laten draaien
zonder de machine in te schakelen.
De verstekhoek afstellen (Afb. A)
De verstekhoek kan worden afgesteld tussen 45°
links en 45° rechts. U kunt met vooraf-ingestelde
verstekhoeken op de zaagtafel op 0°, 15°, 22,5°,
30° en 45° snel en nauwkeurig veelgebruikte ver-
stekhoeken instellen.
De verstekhoek afstellen op de vooraf-ingestelde hoek:
1. Maak de knop voor afstelling van verstek (14) los;
2. Trek de hendel voor afstelling van verstek (15)
op en draai de tafel (11) naar links of naar rechts
naar de gewenste vooraf-ingestelde hoek. De
hoek kan met behulp van de indicator voor de
verstekhoek (17) worden afgelezen op de schaal-
verdeling voor de verstekhoek (16).
3. Laat de hendel los. U moet voelen dat de hendel
ingrijpt in de inkeping van de vooraf-ingestelde
hoek.
4. Maak de knop voor afstelling van verstek (14)
vast.
De verstekhoek afstellen op en de gewenste hoek:
1. Maak de knop voor afstelling van verstek (14)
los;
2. Trek de hendel voor afstelling van verstek (15)
op en draai de tafel (11) naar links of naar
rechts naar de gewenste positie. De hoek kan
met behulp van de indicator voor de verstek-
hoek (17) worden afgelezen op de schaalverde-
ling voor de verstekhoek (16).
3. Laat de hendel los en zet de knop voor afstel-
ling van verstek (14) vast.
De schuine hoek afstellen (Afb. A, B)
De schuine hoek kan worden ingesteld tussen 0°
en +45° naar links. Dat doet u als volgt:
1. Maak de knop voor afstelling van de schuine
hoek (22) los;
2. Kantel de zaag met de handgreep (2) tot de
indicator (19) de gewenste positie aangeeft op
de schaalverdeling voor schuine hoek (20);
3. Zet de knop voor afstelling van de schuine hoek
(22) vast.
WWW.VONROC.COM