• Let erop dat geen componenten, zoals de airbag, andere veiligheidsvoorzieningen,
bedieningselementen, instrumenten, enz., of het vrije zicht, bedekt of beperkt zijn.
• Controleer voorafgaande aan elke rit de veilige installatie van het product.
Waarschuwing – Accu
• Gebruik alleen geschikte laadapparatuur of USB-aansluitingen voor het opladen.
• Gebruik defecte laadapparatuur of USB-aansluitingen principieel niet meer en probeer ze niet
te repareren.
• Het op te laden product niet overladen of diepontladen.
• Vermijd opslag, opladen en gebruik bij extreme temperaturen en extreem lage luchtdruk (bijv.
op grote hoogte).
• Indien de accu's gedurende langere tijd worden opgeborgen, dan dienen ze ten minste
regelmatig (min. om die 3 maanden) te worden opgeladen.
4. Inbedrijfstelling
• De adapter beschikt over een oplaadbare accu. Vóór het eerste gebruik dient de accu volledig te
worden opgeladen.
• Start het opladen door de meegeleverde micro-USB-laad-/verbindingskabel op het micro-USB-
aansluitpunt (5) van de adapter en op een geschikte USB-oplader aan te sluiten. Neem hiervoor de
bedieningsinstructies van het gebruikte USB-laadtoestel in acht.
• De LED-indicatie (3) van de adapter brandt tijdens het opladen continu rood.
• Het kan max. 1 uur duren totdat de accu volledig is opgeladen.
• Het opladen start en eindigt automatisch.
5. Gebruik
5.1. In-/uitschakelen van de adapter
• Inschakelen:
Houd in een uitgeschakelde toestand van de adapter de multifunctionele toets (2) gedurende 3
seconden ingedrukt. De LED-indicatie (3) gaat nu blauw branden.
• Uitschakelen:
Houd in een ingeschakelde toestand van de adapter de multifunctionele toets (2) gedurende 3
seconden ingedrukt. De LED-indicatie (3) knippert 2x rood voordat het toestel zich uitschakelt.
Bij de eerste maal inschakelen wordt automatisch de pairing gestart – zie 5.2. De eerste maal een
Bluetooth
-verbinding tot stand brengen (pairing/koppelen) in de ontvanger-modus RX.
®
5.2. De eerste maal een Bluetooth
de ontvanger-modus RX
Aanwijzing – pairing/koppelen
• Controleer of uw met Bluetooth
functie is geactiveerd.
• Lees hiervoor de bedieningsinstructies van uw eindtoestel a.u.b.
• Voor de verbinding met het betreffende eindtoestel verbindt u het via de meegeleverde stereokabel
3,5 mm en het audio-aansluitpunt (AUX) (4) met de adapter.
• Selecteer de RX-modus van de adapter door de schakelaar (1) naar rechts te schuiven.
• De adapter en het eindtoestel dienen niet meer dan 10 meter van elkaar te zijn verwijderd. Hoe
dichter bij elkaar, des te beter.
28
®
-verbinding tot stand brengen (pairing/koppelen) in
compatibele eindtoestel is ingeschakeld en dat de Bluetooth
®
-
®