8. Bediening
Plaats een geschikte pan midden op de inductiekookplaat (informatie over ge-
schikte pannen vindt u onder "5.1. Geschikt kookgerei", pagina 50).
WAARSCHUWING!
Er bestaat gevaar voor brandwonden door hete op-
pervlakken.
Het kookveld wordt tijdens het koken verwarmd door
de warmte die het kookgerei afgeeft. Laat de induc-
tiekookplaat afkoelen voordat u hem aanraakt.
LET OP!
Gebruik de inductiekookplaat altijd onder toezicht. Houd
vooral het proces in de gaten bij de bereiding van gerech-
ten met vet en olie.
Druk op de toets
naal en het lampje boven de
OPMERKING!
Het kookproces begint pas als er een geschikte kookpan midden op de
inductieplaat staat.
Staat er geen geschikte pan op de inductieplaat, dan wordt op het dis-
play de foutcode E0 weergegeven en wordt het apparaat na ca. 30 se-
conden uitgeschakeld.
OPMERKING!
Als niet binnen twee uur op een toets wordt gedrukt, wordt de inge-
schakelde inductieplaat automatisch uitgeschakeld.
8.1. Instellen van de bereidingstemperatuur/het
vermogen
Nadat u het apparaat heeft ingeschakeld door op de toets
u eenmaal op de toets
Boven het symbool
Het vermogen van de inductieplaat is in stappen van 200 W instelbaar tot een maxi-
maal vermogen van 2000 W.
De inductieplaat begint in de kookstand 1200 W.
Druk op de toets
verhogen.
52 van 62
om het apparaat in te schakelen. Er klinkt een geluidssig-
-toets gaat branden.
om de kookstand via het vermogen in te stellen.
brandt het lampje voor het vermogen.
om het vermogen te verlagen of op de toets
te drukken, drukt
om het te