Anomalies; Defecten - Beretta LE 4 Instructions D'installation

HYDRONIC UNIT LE

ANOMALIES

Avertissements préliminaires
L'apparition d'anomalies met l'appareil en sécurité et
bloque son fonctionnement.
L'arrêt de sécurité peut dépendre d'une cause fortuite.
Attendre au moins 10 minutes avant de rétablir les
conditions de mise en marche.
Si l'anomalie se répète, il faut contrôler soigneusement
les composants de l'appareil.
Avant de remettre l'appareil en marche, il est nécessaire
d'éliminer la cause qui a provoqué l'anomalie.
Les anomalies de fonctionnement sont signalées par le
Panneau de commande par des codes composés de
chiffres.
Une partie des alarmes se rétablissent automatiquement,
tandis que les autres ont besoin de l'intervention manuelle
du Service Technique Après-vente pour être rétablies.
Plaques congelées l'échangeur. Si ce code d'erreur est
affiché, cela signifie que les plaques echangeur gelé pen-
dant l'opération de refroidissement. La seule façon de
redémarrer l'appareil est alimenté à OFF-->ON l'unité.
Avant de faire cette opération, contactez le service qua-
lifié.
Les anomalies sont également signalées par un voyant à
LED situé sur la carte électronique.
- Exemple : erreur 23.
- Éteint pendant 4 secondes.
- 2 clignotements : premier chiffre.
- Éteint pendant 2 secondes.
- 3 clignotements : deuxième chiffre.
- Éteint pendant 6 secondes.
- Le cycle se répète jusqu'à ce que le problème soit résolu.
Voir les figures à la page 37 du présent manuel pour les
positions des LED.
Code Description
2 Entrée sécurité
3 Echangeur à plaques congelées
4 Capteur de température réfrigérant (TR)
5 Capteur de température air GMC
6 Perte de communication avec contrôle du Panneau de commande
7 Capteur de température ambiante contrôle du Panneau de commande
9 Erreur capteur eau / pompe à eau
10 EEProm Corrompue
11 Paramétrage interface ou configuration système erronée
12 Panne de la vanne à 4 voies
13 Perte de communication R S485 (configuration système type 6)
14 Perte de signal de la carte inverseur
15 Capteur de température sortie eau (LWT)
17 Capteur de température air inverseur (TO)
18 Protection contre les courts-circuits inverseur G-Tr
20 Erreur contrôle de position du rotor compresseur
21 Erreur capteur de courant inverseur
22 Capteurs réfrigérant échangeur ou admission compresseur (TE) / (TS)
23 Capteur température refoulement compresseur (TD)
24 Erreur du moteur du ventilateur
26 Autres erreurs carte inverseur
27 Compresseur bloqué
28 Erreur température de refoulement
29 Panne compresseur
30 Erreur système à basse pression
31 Erreur de système de haute pression

DEFECTEN

Voorafgaande voorschriften
Als defecten zich voordoen, wordt het apparaat beveiligd
en het gebruik ervan wordt geblokkeerd.
De veiligheidsstop kan ook afhangen van een toevallige
situatie.
Wacht tenminste 10 minuten alvorens de startcondities te
herstellen.
Als de storing zich herhaalt, moeten de onderdelen van
het apparaat zorgvuldig gecontroleerd worden.
Alvorens het herstel uit te voeren, moet de oorzaak die
het defect gegenereerd heeft geëlimineerd worden.
De defecten in de werking worden gemeld op het
bedieningspaneel met cijfercodes.
Sommige alarmen worden automatisch hersteld, maar
voor andere moet de Technische servicedienst handmatig
optreden.
Bevroren platen wisselaar. Als deze foutcode wordt
weergegeven, betekent dit dat de platen wisselaar
bevroor tijdens koelen. De enige manier om het toestel
opnieuw op te starten is OFF-->ON de unit. Voordat u
deze operatie, contact opnemen met de bevoegde
dienst.
De defecten worden ook gemeld met een verlichte
ledaanwijzer op de printplaat.
- Voorbeeld: fout 23.
- Uit 4 seconden.
- 2 knipperingen: eerste cijfer.
- Uit 2 seconden.
- 3 knipperingen: tweede cijfer.
- Uit 6 seconden.
- De cyclus wordt herhaald totdat het probleem verholpen is.
Zie de afbeeldingen op pagina 37 van deze handleiding voor
de ligging van de leds
Code Beschrijving
2 Extern veiligheidsalarm
3 Bevroren platen warmtewisselaar
4 Sensor temperatuur koelmiddel warmtewisselaar BPHE
5 Sensor temperatuur lucht GMC
6 Verlies communicatie met besturing bedieningspaneel
7 Sensor temperatuur omgeving besturing bedieningspaneel
9 Fout sensor water / pomp water
10 EEProm fout
11 Instelling gebruikersinterface of systeemconfiguratie verkeerd
12 Vierwegklep is defect
13 Verlies van communicatie RS485 (configuratie systeem type 6)
14 Verlies van signaal kaart inverter
15 Sensor temperatuur uitgang water (LWT)
17 Sensor temperatuur lucht inverter (TO)
18 Bescherming kortsluiting inverter G-Tr
20 Fout besturing van positie van rotor compressor
21 Fout sensor van stroom inverter
22 Sensoren koelmiddel warmtewisselaar of aanzuiging compressor (TE)/ (TS)
23 Sensor temperatuur aanvoer compressor (TD)
24 Fout motor ventilator
26 Andere fouten kaart inverter
27 Compressor geblokkeerd
28 Fout temperatuur aanvoer
29 Storing compressor
30 Lage druk systeemfout
31 Hoge druk systeemfout
55