•
Wees uiterst voorzichtig bij metingen hoger dan 60 VDC of 30 VAC rms.
Houd tijdens metingen uw vingers achter de beschermingsrand van de
meetpennen.
•
Voer nooit weerstands-, diode- of continuïteitsmetingen uit in circuits
waarop spanning aanwezig is. Zorg ervoor dat alle condensatoren in het
circuit volledig ontladen zijn.
•
Houd uw vingers steeds achter de beschermingsrand wanneer u het
toestel gebruikt (zie Algemene omschrijving, nr. 12).
•
Respecteer de lokale en nationale veiligheidsvoorschriften. Gebruik
persoonlijke bescherming (rubberen handschoenen,
gezichtsbescherming en vlamwerende kleding) om schokken en letsels
door vlambogen te voorkomen bij open stroomgeleiders.
•
Gebruik dit toestel niet voor stroommetingen hoger dan 1 kHz.
•
Gebruik dit toestel uitsluitend zoals beschreven in deze handleiding, zo
niet is het mogelijk dat de veiligheidsvoorzieningen niet de voorziene
bescherming bieden.
6. Algemene omschrijving
Raadpleeg de afbeeldingen op pagina 2 van deze handleiding:
1.
Stroomklem
2.
Trekker
3.
Selectieknop
4.
M-hold knop
5.
D-hold knop
6.
Functieschakelaar
7.
Display
3 ½ digits
8.
"COM"-bus
Sluit het zwarte (-) meetsnoer aan.
9.
"V
"-bus
Sluit het rode (+) meetsnoer aan op deze bus om spanning, weerstand
en frequentie te meten.
7. Overspannings-/installatiecategorie
DMM's worden opgedeeld volgens het risico op en de ernst van
spanningspieken die kunnen optreden op het meetpunt. Spanningspieken
zijn kortstondige uitbarstingen van energie die geïnduceerd worden in een
systeem door bv. blikseminslag op een hoogspanningslijn.
De bestaande categorieën volgens EN 61010-1 zijn:
Een CAT I-meter is geschikt voor metingen op beschermde
CAT I
elektronische circuits die niet rechtstreeks verbonden zijn met het
lichtnet, bv. elektronische schakelingen, stuursignalen...
V. 04 – 25/02/2020
DCM100
17
©Velleman nv