nominale vermogen werken en moet hij vervol-
gens 60% van de cyclusduur zonder last verder
draaien.
Gevaar!
Geluid en vibratie
De geluids- en vibratiewaarden werden bepaald
volgens EN 61029.
Bedrijf
Geluidsdrukniveau L
pA
Onzekerheid K
........................................... 3 dB
pA
Geluidsvermogen L
WA
Onzekerheid K
.......................................... 3 dB
WA
De waarden vermeld in de tabel zijn emissiewaar-
den en komen niet meteen noodzakelijk overeen
met de geluidswaarden gemeten op de werkv-
loer. Hoewel er een correlatie bestaat tussen
emissie- en immissieniveaus kan er niet zeker
uit worden opgemaakt of al dan niet bijkomende
voorzorgsmaatregelen vereist zijn. Medebepalen-
de factoren die het momenteel op de werkplaats
voorhanden zijnde immissieniveau kunnen beïnv-
loeden zijn o.a. de duur van de geluidsinwerking,
de karakteristieke gesteldheid van de werkruimte,
andere geluidsbronnen etc. b.v. het aantal ma-
chines en andere in de buurt plaats hebbende
processen. De betrouwbare werkplaatswaarden
kunnen evenwel van land tot land variëren. Deze
informatie zal echter de gebruiker in staat stellen,
gevaar en risico beter te kunnen beoordelen.
Draag een gehoorbeschermer.
Lawaai kan aanleiding geven tot gehoorverlies.
Beperk de geluidsontwikkeling en vibratie tot
een minimum!
•
Gebruik enkel intacte toestellen.
•
Onderhoud en reinig het toestel regelmatig.
•
Pas uw manier van werken aan het toestel
aan.
•
Overbelast het toestel niet.
•
Laat het toestel indien nodig nazien.
•
Schakel het toestel uit als het niet wordt ge-
bruikt.
Voorzichtig!
Restrisico's
Er blijven altijd restrisico's over ook al wordt
dit elektrisch gereedschap naar behoren be-
diend. Volgende gevaren kunnen zich voordo-
en in verband met de bouwwijze en uitvoe-
ring van dit elektrisch gereedschap:
Anl_TC_TS_2025_2_ECO_SPK9.indb 108
Anl_TC_TS_2025_2_ECO_SPK9.indb 108
.......................... 91 dB (A)
......................... 104 dB (A)
- 108 -
NL
1. Longletsels indien geen gepaste stofmasker
wordt gedragen.
2. Gehoorschade indien geen gepaste gehoor-
beschermer wordt gedragen.
5. Vóór inbedrijfstelling
Controleer of de gegevens vermeld op het ken-
plaatje overeenkomen met de gegevens van
het stroomnet alvorens het gereedschap aan te
sluiten.
Waarschuwing!
Verwijder altijd de netstekker uit het stop-
contact voordat u het gereedschap anders
afstelt.
•
Tafelcirkelzaag uitpakken en controleren op
eventueel voorhanden zijnde transportschade
•
De machine moet worden opgesteld zodat ze
veilig staat, d.w.z. ze moet op een werkbank
of een vast onderstel worden vastgeschroefd.
•
Vóór inbedrijfstelling moeten alle afdekkingen
en veiligheidsinrichtingen naar behoren zijn
gemonteerd.
•
Het zaagblad moet vrij kunnen draaien.
•
Bij reeds bewerkt hout op vreemde voorwer-
pen letten zoals b.v. nagels of schroeven etc.
•
Voordat u de aan-/uitschakelaar indrukt dient
u zich ervan te vergewissen dat het zaagblad
correct is gemonteerd en bewegelijke onder-
delen gemakkelijk bewegen.
6. Montage
Gevaar! Trek vóór alle onderhouds-, afstel- en
montagewerkzaamheden telkens de netstek-
ker uit het stopcontact.
6.1 Montage van het onderstel (afb. 2, 4-5)
•
Draai de tafelcirkelzaag om en leg deze op
de grond of op een geschikte ondergrond
(werkbank).
•
Schroef de vier standbenen (29) met de
zeskantschroeven (a) en onderlegplaatjes (b)
licht vast aan de zaag.
•
Schroef de dwarsbalken (30) met de rond-
kopschroeven (c), onderlegplaatjes (d), veer-
ringen (e) en moeren (f) aan de standbenen
(29).
•
Schroef de extra standbenen (36) met de
zeskantschroeven (g), onderlegplaatjes (h),
veerringen (e) en moeren (i) vast aan de
18.12.2017 08:47:02
18.12.2017 08:47:02