Monteren van de boorhouder (fig. B6)
_
Open de beschermkap (7).
_
Schuif de boorhouder (6) op de aandrijfas
(23).
Plaatsen en verwijderen van een boor
(fig. C)
_
Klap de beschermkap (7) open.
_
Open de boorhouder (6).
_
Steek de boor in de boorhouder.
_
Draai de boorhouder met de hand vast.
_
Draai de boorhouder stevig vast door de
boorhoudersleutel in een van de gaten in de
zijkant van de boorhouder te steken en
rechtsom te draaien.
_
Klap de beschermkap dicht.
_
Om de boor te verwijderen, gaat u in
omgekeerde volgorde te werk.
Neem voor het plaatsen of
verwijderen van een boor
altijd de netstekker uit het
Schakel de machine uit en
wacht tot de machine
volledig tot stilstand is
gekomen, voordat u het
toerental verandert.
Stel het toerental in naar het te boren materiaal
en de boordiameter.
_
Kies een hoog toerental voor het boren in
hout.
_
Kies voor het boren in metaal en kunststoffen
een lager toerental wanneer de boordiameter
toeneemt.
Aanwijzingen voor gebruik
_
Gebruik eerst afvalmateriaal om uw
vaardigheid te oefenen en de machine te leren
beheersen.
_
Stel bij volledige doorboring de tafel zodanig
op dat de boor in de middenopening uitkomt.
Markeer deze positie eventueel op
stopcontact.
de voorzijde van de kolom en de tafel, in geval
u de tafel op een later tijdstip opnieuw in de
middenpositie wilt plaatsen.
_
Klem het werkstuk stevig vast. Elke kanteling,
draaiing of verschuiving leidt niet alleen tot een
ruw boorgat, maar vergroot ook het risico dat
de boor afbreekt.
_
Gebruik een stuk afvalhout als ondergrond.
Dit verkleint de kans op versplinteren van het
werkstuk en beschermt de punt
van de boor.
_
Leg platte werkstukken op een houten
ondergrond en klem ze stevig tegen de tafel
aan zodat ze niet kunnen gaan draaien.
Ondersteun werkstukken die onregelmatig van
vorm zijn en niet plat op de tafel neergelegd
kunnen worden.
_
Gebruik de lifthendels om de boorlift naar
beneden te brengen.
Drijf de boor behoedzaam het werkstuk in.
_
Boor langzaam wanneer de boor op het punt
staat door het werkstuk heen te gaan. Zo
voorkomt u dat het ondervlak gaat
splinteren.
In- en uitschakelen (fig. A)
_
Om de machine in te schakelen, zet u de
aan/uit-schakelaar (1) op 'I'.
_
Om de machine uit te schakelen, zet u de
aan/uit-schakelaar (1) op ''0'.
Gebruiken van de laser (fig. H)
De lasterstraal wordt gebruikt om het centrum
van het boorgat aan het geven in het geval dat
u verschillende gaten van dezelfde dikte in
werkstukken moet boren.
_
Plaats de tafel (5) in een horizontale positie.
_
Zorg ervoor dat de boor en de opening in de
tafel op een lijn zijn.
_
Plaats het werkstuk op de tafel.
_
Breng de boor naar beneden totdat hij het
werkstuk raakt.
_
Schakel de laser (33) aan door de
aan/uit-schakelaar (10) te bedienen.
12