Inhoud
1. Voor een veilig gebruik
1. Gebruik nooit een kettingzaag als u
vermoeid, ziek of ongesteld bent of onder
de invloed van medicatie die u slaperig
kan maken, of als u onder invloed van
alcohol of drugs bent.
2. Gebruik veiligheidsschoenen, goed
aanpassende werkkledij en ogen-, gehoor-
en hoofdbeschermingsinrichtingen.
3. Let steeds op bij de omgang met
brandstof. Veeg alle gemorste brandstof
op en verplaats de kettingzaag dan
minstens 3 m van het tankpunt vooraleer u
de motor start.
3a. Verwijder alle bronnen van vonken of
vlammen (bijv. roken, open vlammen of
werk dat vonken kan veroorzaken) in de
zones waar brandstof wordt gemengd,
uitgegoten of opgeslagen.
3b. Rook niet terwijl u brandstof hanteert
of terwijl u de kettingzaag gebruikt.
4. Laat geen andere personen in de buurt
van de kettingzaag komen bij het
starten of zagen. Houd omstanders en
dieren weg uit de werkzone. Kinderen,
huisdieren en omstanders moeten
minimum 10 m uit de buurt blijven als u
start of werkt met de kettingzaag.
47