8. Apparaat bedienen
8.1. Apparaat inschakelen
Sluit het apparaat aan op een geaard stopcontact.
De lokale netspanning moet overeenkomen met de technische gegevens van het
apparaat.
8.2. Temperatuurregeling
De instelling van de thermostaat zorgt voor een automatische temperatuurregeling
in de vriesruimte.
De volgende 3 basisinstellingen van de thermostaat zijn mogelijk, tussen MED en
MAX zijn bovendien tussenstanden traploos instelbaar:
Het laagste koelvermogen
MIN
(het warmst)
MED
Tussenstanden
Het hoogste koelvermogen
MAX
(het koudst)
Zet voor het inleggen van verse levensmiddelen de thermostaat op de stand
MAX. Zet de thermostaat na 2 uur in de middelste stand.
Controleer de temperatuur in de vriesruimte door er een thermometer
in te leggen. De ideale temperatuur en standaardinstelling is -18 °C in
het vriesgedeelte. Als deze vriestemperaturen zijn bereikt, kunt u de le-
vensmiddelen in het apparaat doen.
De binnentemperaturen kunnen worden beïnvloed door de standplaats
van het apparaat, de omgevingstemperatuur en de frequentie waarmee
de deur wordt geopend. Houd hier bij het instellen van de temperatuur
rekening mee.
8.3. Apparaat uitschakelen
Om de stroomvoorziening van het apparaat volledig te onderbreken zet u de
temperatuurregelaar op de stand MIN en trekt u de netstekker uit het stopcon-
tact.
Wacht circa tien minuten voordat u het apparaat opnieuw inschakelt.
Kortstondige opslag van bevroren pro-
ducten
Middellange opslag van bevroren pro-
ducten
Langdurige opslag van bevroren pro-
ducten
DE
FR
NL
ES
IT
95